't Is alweer een tijd stil in de rubriek lelijke, stomme of anderszins belachelijke woorden. Vandaag dus: opportuniteit.
Voorbeeld: 'Maar ik heb toch vertrouwen in de Belgische bouw- en verbouwsector, die flexibel kan inspelen op de crisis. Denk maar aan de opportuniteiten inzake hernieuwbare energie, zoals zonnepanelen'. (Organisator Geert Maes van Batibouw)
'Kansen', zou ik zeggen, of 'mogelijkheden'. Maar dat is niet hetzelfde. Aan 'opportuniteit' zit altijd een geurtje van gewin. Er kan wat aan verdiend worden. Niet toevallig staat het in het woordenboek vlak onder 'opportunist' en 'opportunistisch'.
Zo'n opportunist, zegt mijn Van Dale, is 'iemand die profijt probeert te trekken van de omstandigheden'. Profijt, zie je wel? Opportunisme is 'het handelen zonder bepaald beginsel waarbij men er naar streeft elke omstandigheid ten gunste van zich of zijn partij aan te wenden'. Precies.
Opportuniteit is 'geschiktheid van tijd of gelegenheid', zegt Van Dale. Als dat te simpel is, mag het ook zo: 'Een opportuniteit is een optionele gelegenheid uit meerdere keuzemogelijkheden die uitzonderlijke consequenties met zich mee brengt of de kans op deze consequenties vergroot.'
Kan het nog dikker? Zeer zeker:
'Laat er een situatie S1 zijn, waarin men een opportuniteit heeft. Als men op de opportuniteit is ingegaan, heet de situatie S0. S1 kan op zichzelf positief uitwerken op de situatie door gevoelens van progressie en gelukzaligheid op te wekken. Daarmee is onbewust ingegaan op de opportuniteit "het hebben van een opportuniteit". '
Enzovoort. Deze en meer hilarische onzin staat in Wikipedia (categorie economische theorie, maar dat wisten we al).
http://nl.wikipedia.org/wiki/Opportuniteit
http://taal.vrt.be/taaldatabanken_master/taalkwesties/o-oz/tk-o0171.shtml