Het
gaat slecht met de boekenuitgeverij, hoor ik maar altijd weer. Zonder
televisiekoks waren de uitgevers al lang allemaal opgedoekt. Toch zie
ik ook met regelmaat stapels romans in de winkels verschijnen. Ik
bedoel stapels van dezelfde roman. Als bij toeval staan dan de
kranten vol over die roman en kijk, de auteur is op de televisie en
ook weer toevallig moet er net een prestigieuze prijs worden
uitgereikt en jawel, hij wint hem toch wel zeker! Daarna worden de
stapels hoger.
Wat
mij ook opvalt, is dat de nieuwe succesboeken er zo hetzelfde
uitzien. Ik bedoel als boek. Het zijn vuistdikke paperbacks, zo
scherp uitgesneden, ze lijken wel buitenmaatse bakstenen. Een roman
moet dik zijn, zoveel is duidelijk. Kom niet aanzetten met een
uitgesponnen novelle, laat staan een verhalenbundel. In het beste
geval zegt zo'n uitgever: niet kwaad, er zit iets in, maar probeert u
eerst eens een roman. Verhalen krijgen ze niet verkocht,
schijnt het. En ze bedoelen: een dikke roman.
De
stapels in de winkels moeten vooral hoog worden. Wat dat
betekent voor de roman zelf, merk je al gauw als je hem leest. Er zit
iets in, denk je dan ook, maar er zit vooral te veel in.
Nogal
een paar van die succesboeken zouden een fikse beurt met de schaar
kunnen gebruiken, of liever eerder nog, met de deletetoets. Je
bent weer met je voet aan 't wippen, zegt mijn gade dan, als ik
zit te lezen en te denken: komaan, oké, ik weet het, ik heb het nu
wel verstaan, wanneer gaat het hier weer een beetje vooruit?
Dat
heb je niet met korte verhalen. De mensen die die schrijven zijn
zuinig met hun woorden, en ook als ze het niet zijn: het verhaal is
altijd uit voor je je er echt over kunt opwinden.
Inmiddels
is Karls vriendin schenkt Yvette een glimlach die King Kong
zou doen snotteren als een papkind de
slechtste zin die ik ooit in een roman gelezen heb. Wie na zo'n zin
nog doorleest, moet achteraf niet komen klagen. Wat voor
glimlach Karls vriendin dan wel aan Yvette schenkt, ik zou het niet
weten.