vrijdag 30 juni 2017

30 juni


Een goeie dag is als ik mijn krant open doe en de kop van die T*** staat eens niet op pagina één. 
Een goeie dag is ook als het eens regent in S. Mijn gazon is er ros, begieten is illegaal.

Mijn gedachten zijn niet origineel. Ze werden mij ingegeven door Paul Simon.

I know a woman
Became a wife
These are the very words she uses
To describe her life
She said a good day
Ain't got no rain
She said a bad day's when I lie in bed
And think of things that might have been

Tja. Ergere oorwurmen kunnen zich in je hoofd installeren, op een slechte dag.

zaterdag 24 juni 2017

24 juni (bis)


Voyager c'est aussi s'arrêter. Een uitspraak die helemaal waar is, en te bewijzen valt uit het ongerijmde. Als je niet af en toe stilhoudt, voor een snelle plas of een croissant op een met lege blikjes en vieze troep bezaaide stopplek, kom je nooit levend ter plekke. Ik heb het over autoreizen. De wijze spreuk bovenaan is van de autoroute du soleil. Zoals de Fransen dat kunnen, verkeersadvies verstrekken dat klinkt als een diepe doorwrochte levenswijsheid.
Het was een warme dag, de buitenthermometer wees nabij Lyon 38°C aan. Ik moet drinken, zou je dan zeggen, maar dat woord is in het autoverkeer taboe. Het is besmet geraakt. Don't drink and drive. Een verscheurend dilemma, maar geen nood.
Hydratez-vous, zegt het paneel boven de weg, ik weet precies wat mij te doen staat.

24 juni


Het gaat slecht met de boekenuitgeverij, hoor ik maar altijd weer. Zonder televisiekoks waren de uitgevers al lang allemaal opgedoekt. Toch zie ik ook met regelmaat stapels romans in de winkels verschijnen. Ik bedoel stapels van dezelfde roman. Als bij toeval staan dan de kranten vol over die roman en kijk, de auteur is op de televisie en ook weer toevallig moet er net een prestigieuze prijs worden uitgereikt en jawel, hij wint hem toch wel zeker! Daarna worden de stapels hoger.

Wat mij ook opvalt, is dat de nieuwe succesboeken er zo hetzelfde uitzien. Ik bedoel als boek. Het zijn vuistdikke paperbacks, zo scherp uitgesneden, ze lijken wel buitenmaatse bakstenen. Een roman moet dik zijn, zoveel is duidelijk. Kom niet aanzetten met een uitgesponnen novelle, laat staan een verhalenbundel. In het beste geval zegt zo'n uitgever: niet kwaad, er zit iets in, maar probeert u eerst eens een roman. Verhalen krijgen ze niet verkocht, schijnt het. En ze bedoelen: een dikke roman.

De stapels in de winkels moeten vooral hoog worden. Wat dat betekent voor de roman zelf, merk je al gauw als je hem leest. Er zit iets in, denk je dan ook, maar er zit vooral te veel in.
Nogal een paar van die succesboeken zouden een fikse beurt met de schaar kunnen gebruiken, of liever eerder nog, met de deletetoets. Je bent weer met je voet aan 't wippen, zegt mijn gade dan, als ik zit te lezen en te denken: komaan, oké, ik weet het, ik heb het nu wel verstaan, wanneer gaat het hier weer een beetje vooruit?

Dat heb je niet met korte verhalen. De mensen die die schrijven zijn zuinig met hun woorden, en ook als ze het niet zijn: het verhaal is altijd uit voor je je er echt over kunt opwinden.

Inmiddels is Karls vriendin schenkt Yvette een glimlach die King Kong zou doen snotteren als een papkind de slechtste zin die ik ooit in een roman gelezen heb. Wie na zo'n zin nog doorleest, moet achteraf niet komen klagen. Wat voor glimlach Karls vriendin dan wel aan Yvette schenkt, ik zou het niet weten.

woensdag 14 juni 2017

14 juni


Een Rue de l'Humilité heb ik in mijn stad S nog niet aangetroffen. Dat zou ook niet kunnen, met de taalwetgeving en een burgemeester van de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Anders ook niet, denk ik.

Klik om te vergroten
Over die alliantie: nu ik voor het eerst haar naam eens voluit schrijf, moet ik mij wel afvragen wat er met Nieuw-Vlaams dan wel wordt bedoeld. Er is iets met dat woordje nieuw dat niet helemaal deugt. 

Hoe ouder een mens wordt, hoe meer het gaat opvallen hoe weinig nieuwe dingen er echt zijn. Opgewarmde des te meer, van een verse gasfles voorzien, met een touwtje en wat spuug weer bij elkaar geplakt. Het woordje nieuw verdient ons allergrootste wantrouwen. Dat doen Vlaamse Allianties overigens ook, oud of nieuw. Maar nu ben ik echt wel afgeweken.

De Rue de l'Humilité van de foto kwam ik toevallig tegen in Toulon. Het is een klein straatje, vanzelfsprekend. Er valt niet veel in te zien, dat is oké. In Toulon wel. De dagelijkse markt op de Cours Lafayette is een lust voor het oog, en voor de geur- en smaakpapillen. Wie zich zoals ik voor een boottoertje op de Rade laat strikken, krijgt wel een uur lang per luidspreker non-stop tenenkrullende bullshit te horen over al de boten, atoomduikboten, fregatten, vliegdekschepen, torpedo's, bommen en granaten die daar bij elkaar liggen. Hoe ver ze kunnen varen en schieten, hoe lang ze zijn, en wat dat driehoekige uitstulpsel bovenaan daar wel is (een radarsysteem, en hoe ver het wel kan kijken). Nu wijk ik weer af, geloof ik. 

zaterdag 3 juni 2017

3 juni


De zee is als een oud lief. Vaak vergeten, nooit weg. Soms begroet ze mij mild ruisend, een enkele keer met donderende stem. Meest nog helemaal niet, ze heeft me niet gezien, mij heeft ze in 't geheel niet nodig. Ik haar des te meer - maandag zie ik ze weer.