woensdag 27 september 2017

27 september


Proactief anticiperend op een brandstofschaarste die in Frankrijk zou kunnen ontstaan als gevolg van vakbondsacties tegen de hervorming van de arbeidswetgeving, ben ik een paar dagen terug naar Mr. Bricolage gereden en heb daar drie grote bussen gekocht, twee van twintig en een van tien liter, en die heb ik vol diesel gedaan.

Ik schaamde me een beetje, en ik was blij dat er niet veel volk was in het tankstation, want hamsteren getuigt niet van goed burgerschap. Je helpt de schaarste creëren nog voor ze er is, en zo komt ze er, terwijl ze er anders misschien niet gekomen zou zijn.

Volhardend in mijn slecht burgerschap reed ik met mijn bussen hamsterdiesel naar huis, wat vast verboden is, en stouwde het kostbare, wie weet binnenkort zeldzame vocht, weg voor later.

Inmiddels ben ik naar een nieuwe plek verhuisd zo'n honderd kilometer verder, en heb na aankomst mijn autotank weer helemaal vol gedaan. Gegooid zeggen de mensen nu, om een mij onbekende reden. Ook mijn noodbusje van vijf liter voor de scooter was boordevol, zoals de tank van de scooter zelf.

Herlezend wat ik tot hier heb geschreven, moet ik besluiten dat mijn gedrag minder van slecht burgerschap getuigt dan van een zekere paranoia. Ik kan maar met grote moeite weerstaan aan de aandrang om, na elke rit naar Lidl of de markt of het strand, prompt langs het tankstation te passeren om de verbruikte liter(s) weer bij te vullen.

Ach, zei iemand me, wat maak je je zorgen. Je bent op goed honderd kilometer van de Spaanse grens. Alsof ze die grens niet af kunnen sluiten. Alsof ze me met hun actions escargot niet zo lang over die honderd kilometer kunnen laten rijden dat mijn tank als ik thuis kom weer zo goed als leeg is.

Over de grond van de zaak spreek ik me intussen niet uit. Ik ken de Franse arbeidswetgeving niet, en weet dus ook niet of die al dan niet hervormd moet worden. Dat moeten de Fransen zelf uitmaken. Wel zou ik het aardig vinden als ze hun onenigheid ter zake nog even lieten rusten, tot ik met mijn zeer foute fossiele brandstof weer in het thuisland ben geraakt.

dinsdag 19 september 2017

19 september


Nederlands is lelijk, moeilijk en nutteloos. Dat, zegt de krant, vinden de jongeren in Zuid-België die de taal moeten leren. Zit daar iets in?

1. lelijk

Het hangt ervan af wie het spreekt. Als dat Boudewijn de Groot is, bestaan er niet veel mooiere talen. Is het zo'n plat diftongerende Hollander of een Vlaming in een reclamespotje, dan hebben ze overschot van gelijk.

2. moeilijk

Allicht. Maar dat is een zwak argument. Frans is ook moeilijk als je het op school moet leren, en het Nederlands heeft tenminste geen subjonctif of passé simple. Akkoord, de g en de h goed zeggen is niet makkelijk, maar dat is voor West-Vlamingen ook zo.

3. nutteloos

Wat sterk geformuleerd. Zelfs het Latijn is niet helemaal nutteloos. Maar echt nodig, nee. In Amsterdam krijg je toch in het (slecht) Engels antwoord, welke taal je er ook gebruikt. Nogal wat Vlamingen halen graag hun schoolfrans boven. Er zijn er ook die dat vertikken, maar voor die kunnen de Walen het toch nooit goed genoeg doen.

maandag 18 september 2017

18 september


De do's en don't's van de conversatie met onbekenden: bestaat zo'n handleiding al? Niet dat ik mij geroepen voel er een op te stellen. Zeker aan de kant van de do's heb ik weinig bij te dragen. Meestal zit ik mij de handen in het zweet te piekeren, mij afvragend wat ik nu in godsnaam moet zeggen als ik niets te zeggen heb.

'Die mensen hebben niets te zeggen,' hoorde ik een eertijdse kennis eens tegen mij en mijn gade zeggen over iemand anders en zijn gade. Het was bedoeld als een vernietigend oordeel, en toen al had ik sterk de indruk dat het ook een beetje, of helemaal, over mij ging.

Toch zou ik het als eerste regel neerschrijven in het don't's deel van de handleiding, waar ik wèl een paar ideeën over heb. Regel 1: als je niets te zeggen hebt, zeg dan niets. 

Andere regels zijn: praat niet hard, nooit lang achter elkaar, probeer te luisteren naar wat de ander zegt, zit ondertussen niet te zoeken naar elke opening om met je eigen verhaal te komen ('Ja, juist, ik ken dat, ik heb dat ook eens', enz.)

Praat niet verder als je merkt dat de ander niet luistert, stop desnoods midden in een zin. Begin niet over politiek, de vreemdelingen, de vakbonden, de werklozen, de kleine zelfstandigen, de Walen of de gepensioneerden. 

Als de anderen het wel doen, doe niet mee. Hou met gepaste dooddoeners de boot af, à la 'er zijn overal leuke en minder leuke mensen.' 

Wat natuurlijk ook helemaal waar is.

zaterdag 9 september 2017

8 september


Die aan de overkant groeten niet terug. Ik heb het een paar keer geprobeerd. Nu heb ik het opgegeven. Die ernaast groeten wel, maar alleen terug. Zelf doen ze het niet. De buur naast mij, van Parijs, praat niet meer met de Belg van het huisje. Vroeger waren ze dik, maar dat is uit nu. De buurvrouw uit Duitsland vroeg aan een vrouw bij de afwas: Are you English? Nee, zei ze gebelgd. I am British. Ze was van Schotland. ¿Eres Español? No. Jo sóc català. 
Alle Menschen werden Brüder, maar het kan nog wel wat duren. 

zondag 3 september 2017

3 september


Ik loop met mijn gade over de zondagse markt. Het is mooi weer, de markt wordt druk bezocht. Vlak voor ons zien we twee Franse gezinnen elkaar tegenkomen. Er wordt uitbundig gegroet en langdurig gezoend (drie zijn het er hier). Als de begroeting afgewerkt is, hoor ik een man zeggen: Alors, vous faites le marché? Kijk, daar ben ik nu jaloers op. De kunst om iets te zeggen, ook als het manifest onnodig is. Daar gaat het ook niet om, of het nodig is. Het gaat erom het gesprek op gang te brengen. De aftrap, zeg maar. En door er meteen een vraag van te maken, is de voorzet voor een antwoord al gegeven. Dat heb ik niet gehoord, we waren al voorbij. Maar duidelijk was toen al, dat dit gesprek nog wel even verder kon, net zolang tot iemand eindelijk Allez zou zeggen, wat in zo'n geval betekent: oké, het is nu wel weer goed geweest.