Waar
waren we ook weer gebleven? zei Geert Mak, en hij nam even de tijd om
te televisiekijkers weer bij de les te krijgen. Zelf was ik gebleven
in Middelkerke, waar ik een weekje rust nam, maar toch ook de tijd
vond om mij verder te bekwamen in het zeggen van lange woorden. Het
was een tijdje geleden, ik moest het zelf nakijken, maar zie:
september 25. Ik moet die dag aardig op dreef geweest zijn, zo
blijkt, met woorden als eierleggend en
zoogbuideldier, in één adem en
tegelijk, en natuurlijk de marsupilami. Daar
waren we gebleven.
Vandaag
is 23 november. Ik rij pal zuid om half één op de middag fietsend
naar de stad S, en ik moet mijn ogen door het lage licht van de zon
beschermen. Er zijn snedigere manieren om te zeggen dat het winter
is, ik weet het. Sinterklaas waart door de straten, bijvoorbeeld.
Union Saint-Gilloise is herfstkampioen, maar we wijken af.
Lange woorden, daar leg ik me nog steeds op toe. Overigens zijn korte
woorden lang niet altijd zo onschuldig. Fiets, flits, stift, rits,
drift, duif, fuif, juf, druif. Ook in die wil ik me verder bekwamen.
Ik neem me voor na niet te lange tijd weer naar Middelkerke te gaan,
voor een stand van zaken. Waar we dan weer gebleven zijn.