vrijdag 9 juli 2010

8 juli

Ik zit op het terrasje voor het station van S naar de mensen te kijken. Een meisje van een jaar of elf slaat een rad en verliest daarbij een slipper, die zij na afloop van de figuur kunstig met haar teen van de grond vist. Een Afrikaanse vrouw voert het hoge woord aan het tafeltje naast me, de mannen luisteren eerbiedig, of is het geduldig. Als ze weggaat met haar kinderwagen zwaaien ze innemend naar de baby, of is het beleefd. Opvallend veel met tatoeages versierde mannen en vrouwen lopen door mijn blikveld. Dolfijnen, arenden, vlinders, onleesbare frases in gothische letters sieren hun ontblote armen en kuiten en schouders, of is het ontsieren. Ik hou niet zo van tattoos, maar de steun voor deze tot voor kort breed gedragen opstelling brokkelt razendsnel af. Nu ik nog niet oud ben, niet jong meer maar niet bejaard, rest mij de tijd om bijvoorbeeld een draak in mijn nek te laten krassen, misschien met een passende leuze als No fear! of Ni dieu ni maƮtre! Zo loop ik achteloos voorbij de tafeltjes waaraan de drinkers zich aan de zon te goed doen. Niemand let dan op mij, gelukkig. Of is het helaas.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten