Als ik ooit na dit
leven terugkeer voor een volgende, wat onwaarschijnlijk is maar niet
onmogelijk, dan wil ik dat het liefst als background vocalist
van Leonard Cohen. De goeie Leonard zal nog altijd de wereld
rondtoeren, want hij is onsterfelijk, en hij zal het geld nodig
hebben, want hij wordt als vanouds door oplichters opgelicht.
Ik zal voor de
gelegenheid een vrouw moeten worden, de goede Leonard laat zich niet
door mannenstemmen begeleiden, maar dat kan geen probleem zijn. Wel
zal ik beter moeten zingen dan in dit leven nu.
Maar dan op de
eerste rij te mogen staan, dag na dag, in Sidney en Tokio en Gent en
Helsinki, op geen drie of vier passen van de goede Leonard vandaan,
hem te horen, hem te kunnen zien met zijn malle hoedje, en mee te
mogen zingen van Where, where is my gipsy wife tonight?
Een van die drie te
mogen zijn, of wie weet alle drie samen, het is eerder vertoond: één
god, drie personen. Niet dat ik mij god zou wanen. Die rol kan alleen
voor de goede Leonard zelf zijn weggelegd. Clapton is dan al lang
vergeten.
Nu, als alle drie
te veel gevraagd is, dan liefst Sharon Robinson.