woensdag 17 juli 2013

17 juli


Je dagboek ligt stil, zegt iemand. Hoe komt dat?
Omdat er niets gebeurt, zeg ik.
Er gebeurt niets? Je bent op reis en er gebeurt niets?
Nee, zeg ik. Daarom ga ik op reis. Geen krant, geen tv, en als het zo uitkomt: geen internet.
En dan gebeurt er niets?
Nee, zeg ik. Wat niet gebeurt op de tv, gebeurt niet. Dat weet iedereen.
Je vangt wel eens iets op op een terrasje. Een medetoerist zit er zijn krant uit het thuisland te lezen. Zo weg van huis wil hij ook weer niet zijn. Weet u het, vraagt hij, van de koning?
Is hij dood?, vraag ik. Het is me eerder op vakantie overkomen, met Boudewijn.
Hij treedt af, zegt de toerist. Op 21 juli. Filip neemt het van hem over.
Zie je wel, denk ik bij mezelf, dat er niets gebeurt.

16 juli

 

Ik haal bij de bar un quart de rosé en un café allongé. Hoeveel is 't? , vraag ik. Un et trois, quatre, zegt Jan. Attends, non, cinq, zegt hij. Gisteren was het quatre. Allez, plus ou moins, n'importe, zegt Jan, die eigenlijk Yann heet. Tout est relatif, zegt hij er nog bij.

Glijdende prijzen, dat is nog eens iets dat het overwegen waard is. Het doorbreekt de voorspelbaarheid, men deint mee op het humeur en de bevliegingen van Jan, die inderdaad nogal aan mood swings onderhevig lijkt.
Ecris ton nom, zegt Jan, et note ce que tu veux. Ik schrijf: Lieven, 2 assiettes régionales, 1/4 rosé, 1 eau pétillante. Niet goed, dat laatste: Combien de litres il te faut? Wacht ik discreet en bescheiden mijn beurt af, dan zegt hij: Si tu veux quelque chose, il faudra que tu le demandes.

Maar 's ochtends gaat hij uit zijn weg om me te komen begroeten, ik krijg een hand, mijn gade deux bises, Jan excuseert zich omdat hij nog niet geschoren is. Ça va, Pieter?, vraagt hij. Oui, zeg ik, et toi?

Zo schieten we toch aardig op, Jan en ik, en allebei Orval-liefhebbers.