donderdag 30 januari 2014

30 januari


Weggaan moet je doen in de winter, zeggen ze tegen mij. Ga naar een warm land, dat is Spanje, en in de zomer blijf je thuis. Dan is het hier ook warm, en niet zo druk als in Provence of Toscane. Tja, ik zal daar eens moeten over nadenken.

Doe ik nog meer dingen fout? Boeken lezen. Heb je de nieuwe die al gelezen?, vragen ze mij. Nee. Ik heb ervan gehoord, zeg ik dan maar. Dat kan ook niet anders, de kranten staan altijd vol van de laatste die. Hij staat op mijn lijstje, zeg ik dan. Of zij, Kristien Hemmerechts is het nu, al staat die niet op mijn lijstje. Je moét dat lezen, zeggen ze.
In de plaats daarvan ben ik in Ik (Ali) bezig, van Günter Wallraff. Een boek van 1985. Hallo!

Het is niet eens een mooi of een leuk boek. De verteller spreekt in alle dialogen een soort indianentaal, waarmee hij het gebrekkige Duits van een Turk na wil doen, en dat dan in het Nederlands vertaald. Zo van: 'Bij Mohammed is heel eenvoudig. Die ja zeggen als iemand mohammedaan wil worden.' Dat werkt wreed op de zenuwen, maar toch wil ik het boek uitlezen.

Wallraff heeft zijn ogen met gekleurde contaclenzen bruin gemaakt en duikt undercover als Levent (Ali) Sinirlioğlu de onderbuik van de Duitse Wirtschaft in. Wat hij daar tegenkomt, een mens moet het lezen om het te geloven. Als het allemaal verzonnen was, je zou zeggen: kom, kom. Maar het was helaas echt. Wel dertig jaar geleden, gelukkig. Vandaag is het natuurlijk heel anders.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten