We
zitten op het terrasje, mijn gade en ik, doen ons te goed aan een
glas wijn en een caffè
lungo.
Naar goede gewoonte zijn er hapjes bij van het huis. Franco komt aan
ons tafeltje zitten. We bestellen nog een rondje, na enig aandringen
wil Franco een glas water voor ons drinken. Ik wil niet van u
profiteren, zegt Franco zedig, die zijn zomers hier en zijn winters
in Cuba doorbrengt.
Hoe
is het in Cuba? Rum en muziek, en verder: communismo
en maffia. Heel de wereld is corrupt, zegt Franco, alleen wij drieën
niet. Hij praat honderd uit, wijst zijn Fiat aan op het pleintje, 25
jaar oud, op lpg. It's
cheap,
zegt Franco. En dat hij pas zeventig geworden is. Hij spreekt zelfs
een mondje Nederlands. Mooie
meisjes,
zegt hij ten bewijze. Paola di
Liegi
kent hij ook.
Hij
neemt afscheid. Ik ga betalen aan de bar. Sei
venti,
Franco's
water telt niet mee.