dinsdag 7 april 2009

3 april

Laatst sprak ik iemand die dood was. Het voelde wat onwennig. Hij zelf bleef er cool bij. 'Je mag één vraag stellen', zei hij. 'Meer tijd heb ik niet'. Hij was al vele jaren dood. Ik mocht aannemen dat hij met kennis van zaken sprak. 'Wat is het ergste aan dood zijn?' vroeg ik. 'Dat is makkelijk', zei de dode. 'De vervalsing'. 'Vervalsing?' 'Geschiedvervalsing. Verdraaiing van feiten. Verdichting. Opsmuk. Sexing up. Je bent geen twee dagen weg en het begint al. Ze willen muziek spelen op de uitvaart. Klassiek, zeggen ze, daar was hij dol op. Mozart. Nee, Bach. Piano. Hij speelde zelf ook. Für Elise. Laten we iets van Chopin spelen, zegt er een. Een nocturne. Ze gaan maar door. Niet een die er stil bij staat, dat van alle aanwezigen ik de enige zal zijn die er niets van hoort. En ik had toch al liever viool. Of een stukje simpele rock. CCR, Susie Q, ik noem maar wat. Zo'n zwoele balad. Linda Ronstadt, Blue Bayou'. Ik hoorde dat de man al een hele poos dood was. 'Het wordt elke dag erger. Na een tijdje is het van: hij zei altijd dit, weet je nog die keer dat hij dat. Volgt een verhaal met al de plaatsnamen en jaartallen fout, alle personen zijn omgewisseld, ik kom er als een totale idioot uit tevoorschijn. Een sympathieke idioot, dat was ik ook al niet. Nog later gaan ze staalhard liegen. Dat zou hij nooit geduld hebben, zeggen ze dan. Voor het gemak vergeten ze wat ik allemaal liet passeren, voor gods lieve vrede'. 'Word je dan boos?' vroeg ik. 'Neem je 't ze kwalijk?' Hij keek op zijn horloge. Het leek of hij aarzelde. 'Eén vraag', zei hij dan. 'Dat was de afspraak'. Toen trok hij de deur al met een klap achter zich toe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten