vrijdag 26 februari 2010

26 februari

'We maakten er bij ons in de klas een kunst van om zo weinig mogelijk te doen en toch niet te buizen'. Frederik Sioen in De Student, een bijlage bij De Morgen van 24 februari. Zo hoor ik het nog eens van een (ex-) student zelf: studeren is niet buizen. Het valt nog meer op omdat Sioen praat over zijn opleiding aan een Hoge School in Gent waar ik zelf lang gewerkt heb. Studenten komen er een diplomaatje halen als was het de Aldi. Het moet vlug gaan en het mag niets kosten.

Ach van een rockmuzikant kun je niet verwachten dat hij graag leerde op school. Slecht ook voor het imago. 'Ik heb nooit gesnapt dat sommige mensen streefden naar onderscheiding'. Dat zullen wel meisjes geweest zijn of sukkels die kwamen om iets te leren. Sioen ging bij maten op kot zitten drinken en als de blaas vol was 'pisten we in de lavabo'. Een oud gebruik dat laatste, ik heb het zelf ook vaak gedaan.

Wat zeur je dan? 't Is waar. Al streefde ik wel naar onderscheiding, op school. Inmiddels benijd en bewonder ik alle muzikanten. Vas-y, Sioen!


zondag 21 februari 2010

21 februari

Mijn zaterdagkrant ligt voor me en op pagina 13 (buitenland) staat de vette kop

Atoomwaakhond: Iran bouwt mogelijk raket met kernkop

en ik denk boy, daar zijn ze weer, de weapons of mass destruction. Vandaag zijn ze er mogelijk, morgen waarschijnlijk, overmorgen onweerlegbaar, of in elk geval onweerlegbaar genoeg om met een volgzame coalition of the willing ter plekke te gaan kijken en en passant aan regime change te doen. Ja ja, Iran is Irak niet, en dit keer komt de waarschuwing van het Internationaal Atoomagentschap zelf, ik weet het. Ik kijk er toch met belangstelling naar uit, hoe de publieke opinie van de internationale gemeenschap weer lekker gemaakt wordt voor een rondje surgical bombing, met oprechte excuses voor collateral damage. Het kan wat sneller gaan dit keer, we kennen de terminologie al.

woensdag 17 februari 2010

16 februari

We klagen al eens over de middelmatige kwaliteit van onze politici hier in België, maar we moeten dat niet doen: elders is het niet beter. In Engeland hebben ze een volksvertegenwoordiger van de Labourpartij, David Wright, die per twitter heeft laten weten dat zijn Conservatieve opponenten scum-sucking pigs zijn, zeg maar zeer vrij vertaald 'strontvretende varkens'. 'Je kunt lippenstift doen op een scum-sucking pig', schreef hij, 'maar het blijft een scum-sucking pig'. Hij had dat zinnetje niet eens zelf bedacht, het is al eerder gebruikt. Toch was de (gespeelde) verontwaardiging zo groot, dat de politicus zijn uitspraak weer inslikte, en zich zelfs excuseerde. 'Ik bedoelde gewoon varkens', zei hij, niet 'strontvretende varkens'. Bovendien, voerde hij aan, had hij dat ook niet zo geschreven. Anderen hadden met zijn 'tweet' gefoefeld, hij zocht nog uit hoe dat gebeurd was.

Liegen ook nog, is nu de reactie, want een kind weet dat je met twitter niet kunt foefelen, omdat alles in real time gebeurt. Of dat laatste klopt weet ik niet en het is naast de kwestie. Politieke opponenten verrot schelden is OK, maar het moet ten minste in de werkuren gebeuren. Aneurin Bevan, de vader van de Britse ziekteverzekering, noemde de Conservatieven ooit lower than vermin (lager dan ongedierte), maar hij had het fatsoen dat te doen in een toespraak, waarin hij ook nog eens uitlegde waarom ze dat waren (omdat ze door hun jarenlage verzet tegen de ziekteverzekering miljoenen mensen half lieten verhongeren). Zoals De Gucht met zijn mestkevers: dat was midden in een interview, Karel was aan 't werken. Overigens was zijn beeldspraak veel accurater. Maar zo'n MP die in zijn vrije tijd met twitter zit te prutsen, en er dingen op zet die hij later moet weghalen of rechtpraten of weg liégen, dat is van een echt onvertoonde onbenulligheid. Ga dan in De Slimste Mens zitten.

dinsdag 9 februari 2010

8 februari

Op een dag heb ik geen mening meer. Een grote opluchting zal dat zijn, en ik zal denken: waarom heb ik dat niet veel eerder gedaan? Want het is toch waar: wat ik ook denk, iemand anders denkt iets anders. Vind ik iets, iemand anders vindt het maar niets. Het universum is geheel uit welles en nietes opgetrokken. Zeer vermoeiend om daar mee om te gaan aan de ene kant, aan de andere ook.

Of god bestaat of niet, OK, ieder zijn gedacht, want bewijzen dat hij bestaat lukt niet, en dat verbaast me niet, maar dat hij niet bestaat ook niet, omdat bewijzen dat iets niet bestaat nu eenmaal niet lukt.

Maar sale and lease back, of dat nu goed is? Ik bedoel: van overheidsgebouwen, voor de schatkist. Zoiets kun je toch uitrekenen? Jawel, maar verschillende experts en excellenties en ex-excellenties komen, met dezelfde rekenmachine, tot geheel verschillende conclusies.

Is er te veel fijn stof? Dat kun je toch meten? Ja, maar de een meet dit, de ander dat, de een hier de ander daar, de een nu de ander dan, en dan zijn de resultaten nog niet in de krant opgeschreven. Welke krant? De nietes- of de welleskrant. Ik moet het maar allemaal lezen, en mij een opinie vormen. Zoals de jury in een assisenzaak, ook simpele lieden, nadat twee gehaaide pleiters de verdachte als een baarlijk monster en een brave ziel hebben afgeschilderd, beurtelings, met evenveel talent en argumenten.

Zijn eieren gezond? Werkt Iran aan een atoombom? Zit er een monster in Loch Ness? Op een dag vink ik alleen nog het “geen mening” - vakje aan. Mogelijk tot ongenoegen van al de mensen die wèl een mening hebben, anderzijds, maar niet noodzakelijk dezelfde, daarentegen.

donderdag 4 februari 2010

4 februari

Aan mijn appelaar hangen drie mezenbolletjes. Het linkse hangt lager, het rechse hoger dan het middenste. De mezen gaan eraan hangen en pikken de zaadjes uit het vet. Kleine brokjes vallen op de grond. Daar wachten de merels op. Iedereen tevreden. Iedereen? Niet het merelvrouwtje. Zij wil ook wat als er geen mezen zijn. Daar heeft ze het volgende op gevonden. Ze gaat onder een van de bolletjes zitten, kijkt zorgvuldig schattend omhoog, en maakt dan een sprong, al hevig met de vleugels flappend. Er is tijd voor één snelle prik. Kleine brokjes vallen op de grond. Het merelvrouwtje pikt ze vlijtig op, en maakt zich klaar voor een nieuwe sprong. Nu eens kiest ze het hoogste bolletje, dan weer het laagste, of het middenste. Of daar een systeem in zit heb ik nog niet kunnen achterhalen. Maar ook zonder is het slim bekeken. Met zo'n klein koppie.

woensdag 3 februari 2010

3 februari

Ik moet maar eens oppassen met het citeren van Wikipedia. Serieuze mensen doen dat niet, putten uit verdachte bron. Nu, om redenen die er niet toe doen, wou ik toch wel eens weten wat ze daar over poëzie te zeggen hebben.

'Poëzie, of ook wel dichtkunst, kan worden omschreven als een literair genre dat uit gedichten bestaat. '
Wat zijn dan gedichten?
'Een gedicht is een (literaire) tekst die tot de poëzie wordt gerekend'. Klaar.
Ook goed om te weten:
'Een schrijver van gedichten wordt dichter genoemd'.

Er is ook een lemma over dichters.
'Vaak klinkt in het toekennen van het predicaat "dichter" ook een kwaliteitsoordeel door: als men het in literaire kringen over "dichters" heeft, gaat het nadrukkelijk niet over zondagsdichters'.

Zondagsdichters?
'Een zondagsdichter is iemand die af en toe een gedicht schrijven voornamelijk om zijn gevoelens te uiten'. Ze willen ook wel eens dichterlijk omgaan met de taal bij Wikipedia.

'Letterlijk genomen is een zondagsdichter een dichter die 's zondags (in zijn of haar vrije tijd) dicht. Hoewel veel mensen schrijven in hun vrije tijd, is niet iedereen zondagsdichter. Zo gezien, zijn bijna alle dichters zondagsdichters'.

Ik weet het nu wel. Ik ben zelf ook een zondagsdichter, die af en toe een gedicht schrijven, letterlijk genomen 's zondags, in mijn vrije tijd, voornamelijk om mijn gevoelens te uiten.
Het is een magere troost dat bijna alle dichters dat zijn, zo gezien.