woensdag 30 maart 2011

30 maart

 
Soms zit je thuis of ergens elders iets of niets te doen, en dan hoor je een sirene.
Vaak, eigenlijk. Je wilt de sirene niet horen, je geeft er ook geen aandacht aan, weer een sirene, maar je hoort ze wel. Je weet zelfs of het de brandweer is (pa-poe-pa-poe) of de politie of een ambulance (woeiwoeiwoeiwoei). Zo is het ook met die Justin Bieber. 

Ik wil van dat mannetje niets weten, ik wil hem horen noch zien. Maar omdat ik nu eenmaal kranten lees, en af en toe tv kijk, of naar de radio luister en op het internet rondloop, kom ik hem altijd maar tegen. 

En alhoewel ik echt nièts van die Bieber wil weten, weet ik ondertussen dat hij Canadees is, en zeventien jaar oud, en dat hij zijn haar soms anders doet, en dat hij vandaag in Antwerpen is. Ik weet zelfs dat hij zingt. Dat hij volgens sommigen een keimooi kapsel heeft, volgens anderen een keimooie stem. 

Ik weet zelfs hoe die Bieber eruit ziet: als een jongetje van zeventien die keihard zijn best doet om er dertien uit te zien. Zoals K3, mutatis mutandis

Zoiets heet nu een hype, en als ze echt groot wordt, een megahype. Zelf vind ik megahypes maar niks, sinds iemand laatst tegen me over zijn externe harde schijf stond op te scheppen. Anderhalve terabyte, zei hij. Het zijn losers die nog in mega spreken. Maar het ging over die Bieber. Of eigenlijk liever niet. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten