vrijdag 24 februari 2012

24 februari



Drie kwartier moest ik toch wel kunnen opbrengen. 
'Hoe lang ken je Anthon eigenlijk al,' begon ik.
Hoe lang ken je Anthon al. Ik kon het best, als ik maar wilde. Nu ging hij een telwoord zeggen en dan ging ik weer vragen hoe lang ze al samenwoonden en dan hadden we zo een geanimeerd gesprek. Niets aan.
(...)
Ik luisterde en knikte en zei op tijd 'hm hm' en het was echt net echt.

We hadden nu toch al een goed gesprek? Om de beurt zeiden we iets en het werd steeds later. Wat wilde je nog meer?

Voor wie af en toe zou denken: ik ben hier aan een goed gesprek bezig, deze fragmentjes uit twee verhalen van LH.Wiener ('Herpes' en 'Homo homini lues'). Het is maar dat je voor een gesprek ten minste met twee moet zijn, en wie zal zeggen wat de ander zo al zit te denken terwijl hij zijn antwoorden geeft?
Geen middel om het te weten, en zo is het nog best ook. 

L.H.Wiener, De verhalen, deel 1

woensdag 15 februari 2012

15 februari


Het zal wel charmant zijn, sneeuw, maar ik zie toch liever het groen van mijn gazon, hoe flets ook, dan saai kleurloos wit.
Het zal wel jammer zijn dat ze niet kunnen schaatsen in Friesland en op de Damse vaart, maar geef mij toch maar zonder ijs.

Blij dat het gedaan is. Nog blijer dat 14 februari voorbij is, het gedoe met de rode plastic hartjes.
Het zal wel romantisch zijn, romantisch doen als de middenstanders met de vingers knippen, maar ik liever niet.

Devoted to you, zongen de Everly Brothers vanavond op Classic 21, op het internetradiootje dat ik pas bij Aldi gekocht heb, afgeprijsd tot 70 euro - ik ben niet alleen niet romantisch, maar ook nogal prijsbewust.

La Radio Rock 'n Pop de la RTBF, als iemand nog naar een reden zoekt om België in stand te houden, hier is er een. Wie wil in een land wonen dat geen Classic 21 heeft op z'n radio?

Nu, Devoted to you vlak voor het avondeten, bij de apéro, toen de kaars al brandde op tafel waar hij altijd brandt als er warm gegeten wordt, wij eten 's avonds noen, mijn gade en ik, dat had nooit romantisch kunnen zijn als het gisteren was geweest. 

dinsdag 7 februari 2012

7 februari



Als ik een astronoom was, dan kon ik precies berekenen wanneer het nog eens komt. Het kan gauw zijn, of nog maanden duren. Geen idee, want ik ben geen astronoom. Wel heb ik in mijn slaapkamer een veluxraam, waar ik in bed liggend een stuk hemel door zie. Die kan blauw zijn, als ik wat uit lig te slapen, of grijs, of zwart als het nacht is, dat is ook als de meeste mensen in hun bed liggen.

Af en toe kan het gebeuren, ik weet niet hoe vaak omdat ik geen astronoom ben, dat de hemel wolkenloos is, en de maan vol, en de maan komt precies in mijn raam staan. Hij schijnt recht in mijn ogen. Het is als op het strand in de zomer, maar dan is het de zon. Ik weet het, de zon is warmer, en geler, en het strand is leuker dan mijn bed, dat overigens ook heel leuk is.

Wat ik wil zeggen: de volle maan die uit alle kracht bij mij binnen schijnt terwijl ik bijna in slaap ben, daar wil ik nog best wat wakker voor liggen. 

 

zondag 5 februari 2012

5 februari

 
Het is aelewr een tjdije geedeln dat ik een skjute las oevr slelpign. Draian sntod dat het asubulot nkis umtiakat in wklee vglroode je de ltretes srhjfict, zgalon de etrese en de lastate maar op de jitsue pelk satan. Het sjukte was in het Elnges, maar het kpolt enoveegd in het Nlsrendaes. Dit als totors voor wie er, zlaos ilkezf, glergeed een pjtoe van makat. Raelx, dkne ik dan, laat de lzeer het maar enes uezikeotn, ik heb tcoh al het swjrchrifek gadaen.

donderdag 2 februari 2012

2 februari



Soms valt alles eens op z'n plaats. Niet vaak, het moet niet lang duren, maar wat doet het goed. De zon schijnt, in mijn stad S hebben ze eindelijk een café gemaakt dat die naam waard is, er is een parkeerplekje vrij vlak voor de deur, binnen spelen ze Brel terwijl ik mijn koffie drink, met een vingerhoedje advocaat erbij, en een nog ongekreukte Morgen van het huis, waar een heerlijk interview in staat met Arno. Dat hij de clown had uitgehangen in God en klein Pierke. A ja, zegt Arno. Ik ga me toch niet bloot geven op de televisie, hé?


Ik reken af. Twee euro twintig, ik gooi al mijn kleingeld op de toog, waar we de koperen één- en tweecentstukjes samen tellen, de oogstrelende serveuse en ik. Helaas is er één centje te kort. Ik geef ze graag gelijk, deze serveuse. Rustig, sfeervol, hartverwarmend, volmaakt in evenwicht, allemaal goed, maar als je betaalt, mag het wel juist zijn.