vrijdag 24 februari 2012

24 februari



Drie kwartier moest ik toch wel kunnen opbrengen. 
'Hoe lang ken je Anthon eigenlijk al,' begon ik.
Hoe lang ken je Anthon al. Ik kon het best, als ik maar wilde. Nu ging hij een telwoord zeggen en dan ging ik weer vragen hoe lang ze al samenwoonden en dan hadden we zo een geanimeerd gesprek. Niets aan.
(...)
Ik luisterde en knikte en zei op tijd 'hm hm' en het was echt net echt.

We hadden nu toch al een goed gesprek? Om de beurt zeiden we iets en het werd steeds later. Wat wilde je nog meer?

Voor wie af en toe zou denken: ik ben hier aan een goed gesprek bezig, deze fragmentjes uit twee verhalen van LH.Wiener ('Herpes' en 'Homo homini lues'). Het is maar dat je voor een gesprek ten minste met twee moet zijn, en wie zal zeggen wat de ander zo al zit te denken terwijl hij zijn antwoorden geeft?
Geen middel om het te weten, en zo is het nog best ook. 

L.H.Wiener, De verhalen, deel 1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten