Wilt u het écht weten?, vraagt de ober een beetje vertwijfeld. De
meisjes dringen aan. Ze zijn speciaal naar deze stad gekomen, zoals
ikzelf ook trouwens. Ze zitten aan het tafeltje achter me, op het
terras van Le Resto de Caro op de Place Saint-Jean, een echte
bouchon Lyonnais, wel in Valence.
Nu, goed, zegt de ober. Franchement, rien. Er is niets te zien
in Valence.
Mijn gade kijkt mij aan over haar bord rognons de veau. Hoor
je 't nu?, zegt haar blik. Het was mijn idee om naar Valence te
komen, en voor we hier bij Caro belandden heb ik haar straat in
straat uit meegetroond, er viel inderdaad niet zo erg veel te zien.
Maar ik zei dat het maandag was, en rond de middag, en midden
augustus, en het weer zat ook niet mee. We hadden een stadsplannetje
gehaald op de Office de Tourisme, je kreeg er een boekje bij met de
bezienswaardigheden. Tja, daar stond ook niet zoveel in, franchement.
Een paar kerken, een paar huizen, een park, een kiosk, een paar
standbeelden, een fontaine monumentale.
Toch moet er in Valence meer zijn. Waarom rijdt er anders een
petit train touristique in de stad rond? Het treintje staat als laatste in het
lijstje van Valences incontournables. Er zijn er tien. Dan
telt het treintje zelf wel mee als niet te missen bezienswaardigheid.
Maar goed, in de stad S waar ik woon is ook niet veel te zien, aan
zo'n treintje hebben ze daar nog nooit gedacht.
Ik ga er nog wel eens terug, naar Valence, later, op een zaterdag in
juni, als de zon schijnt. Inmiddels kan ik Le Resto de Caro
aanbevelen, je zit er goed, je wordt goed bediend, je eet er goed, ze
maken ook crique aux lardons, al was die van mij wel wat zwart
aan de randen. Ach, een maandag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten