Wandelend in het stadspark van Vienne kom ik daar een boom tegen die
Araucaria heet. Niet zozeer de boom trekt mijn aandacht, als
het feit dat er een bordje bij staat met zijn naam. En niet zozeer
zijn wetenschappelijke, als zijn Franse naam: Désespoir du singe.
Wie bedenkt het!*
Maar dat dacht ik evenzeer, toen ik gisteren las dat de Vlaamse
regering een Minister voor de Vlaamse Rand heeft. Wie wil dat
nu in godsnaam zijn? En wat moet zo'n minister dan doen? Wie
bedénkt het allemaal? De minister had ook een naam, maar die ben ik
alweer vergeten. Niet erg, toch maar een randminister.
Inmiddels mag ik er niet aan denken dat mijn buurman Arie uit Zwolle,
die wel eens wat over België leest, mij komt vragen wat de Vlaamse
Rand is, of waar die is, en waarom Vlaanderen een Rand heeft. Dan
zal ik hem moeten uitleggen dat niet Vlaanderen, maar Brussel een
Vlaamse Rand heeft, waar de meerderheid van de mensen Frans spreekt.
'52% van de zes faciliteitengemeenten beschouwt het Frans als eerste
taal en slechts 22% het Nederlands', zal ik tegen Arie moeten zeggen.
De cijfers komen uit Dag Vlaanderen!** van Christophe Deborsu,
weliswaar een Waal, en een journalist, maar een grond van waarheid
zal er toch wel inzitten.
En dan zal Arie natuurlijk willen weten wat een faciliteitengemeente
is, en ik zal zijn vraag moeten negeren en zeggen: 'Beste Arie, ik
ben hier wel op vakantie, mag ik even?' Want ik zou het bij god zelf
niet weten wat dat is. Een faciliteitengemeente, wie bedenkt
het toch ook altijd maar weer?
* Een Engelsman, schijnt het, rond 1850, zie Araucaria, Discovery
and naming, in Wikipedia
** Een erg genietbaar, lichtvoetig boek voor Vlamingen over 'Hoe
Walen écht leven en denken', met dank aan R.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten