zaterdag 27 december 2014

26 december


Samir heeft olijven meegebracht. Amandelgebakjes. Een zakje ras el hanout. Van mijn gade krijgt hij een kom warme soep mee. Het gaat wat over eten en drinken. Ik ben een moslim, zegt Samir, maar ik lust wel een goed glas wijn nu en dan. Oké het mag eigenlijk niet, maar kijk, ik ben tweeëndertig, en het leven is kort. Hij steekt de straat weer over naar zijn huis aan de overkant. Nog een maand goed doorwerken, heeft hij gezegd, dan is het klaar en kan hij erin. Ik noem hem gemakshalve Sam, als hij er niet bij is. Mijn achternaam moet je niet weten, zegt Sam, die is veel te ingewikkeld. Ik denk: ja ja, Marokkaanse achternamen. Niet als bij ons: Smet, Plets, Peeters. Synaeve. Deleersnyder. Vereenooghe. Van den Keybusch. Van Outryve d'Ydewalle. De Thibault de Boezinghe. Wacht, waar was ik? Op de drempel van mijn voordeur. Ik zwaai nog even voor ik weer binnen ga.

zaterdag 20 december 2014

20 december


Onmogelijk er naast te kijken: de dagen zijn zo kort geworden, dat de luttele uurtjes tussen ochtendgloren en avondschemer amper het opstaan uit de slaap nog waard zijn. Beter ware het als iedereen in deze donkere weken gewoon in zijn bed bleef liggen, zijn vetreserves aansprak en verder niemand voor de voeten liep. Dat zou een stuk schelen in afvalproductie, alcoholconsumptie, straatgeweld, geluidsoverlast en nog een hoop andere ongemakken die mensen aanrichten als ze wakker zijn. Zoals ontwortelde dennen te kijk zetten, vuurwerk afsteken en plots tegen iedereen 'beste wensen' zeggen. Wat mij betreft kan er weer opgestaan worden vanaf vijftien februari.

zondag 14 december 2014

14 december


Dezer dagen kan men op het wereldwijde web een stek aantreffen, waar men zijn adres kan invullen, of dat van iemand anders, en dan krijgt men zijn eigen huis te zien, of dat van iemand anders. Google street view, weet je wel

Echter, er is een meerwaarde. Men krijgt het huis te zien door zes kleine ruitjes, waarachter ook sneeuw naar beneden komt. Ten overvloede is rechts van het raam een den met lichtjes en ballen neergezet, en links een koekoeksklok opgehangen. De muur rond het raam is in dezelfde geest met nostalgisch bloemetjesbehang getooid.

De bezoeker aan de webstek wordt aangemoedigd het adres van een bekende in te tikken, en diens huis-in-de-sneeuw bij wijze van kerstgroet daarheen te sturen.

Dat kan best leuk zijn, maar naar mij hoeft niet. Nu al een hele tijd geleden heb ik mijn woonst uit deze street view laten wissen. Door de zes ruitjes is naast het huis van mijn buurman hooguit een wazige donkere klad te zien. Ik wil liever niet dat volslagen onbekenden aan de overkant van mijn straat dag en nacht naar mijn huis staan te staren, ook niet in de sneeuw.

Wie mijn woning toch zou willen zien, kan gewoon zelf komen kijken. Men mag gerust bij de voordeur aanbellen. In de mate dat men niets komt verkopen, kan men van mij zelfs iets fris te drinken krijgen, of een warme chocomelk. Dat laatste meer in de winter, vanzelfsprekend. 

dinsdag 9 december 2014

Onze Taalrubriek

Vandaag: Lelijke woorden

Ooit waren kaka en pipi lelijke woordjes. Je gebruikte ze alleen met de vriendjes en de broertjes of de zusjes, dan nog gniffelend, slecht op je gemak. Papa en mama moesten het niet horen. Later was het kak en pis. Ook nu nog, op rijpe leeftijd, behoedzaam te hanteren. Doseren. Schijt en stront a fortiori. Shit gaat wel, merde, scheisse: een laagje vreemde taal als glijmiddel. Ach wat is het onschuldig allemaal. Fuck en kut, wel wel, kindertaal haast tegenwoordig.

Een woord dat mij tot vandaag shockeert is crapuul. Het c-woord. Ik krijg het met moeite hier opgeschreven. Het uitspreken zul je me niet horen doen. Tuig, schuim, canaille, rapaille, geen probleem.

Voor echt vuile taal moet je elders zijn. Niet op de speelplaats, niet op café of op straat. De echte obsceniteiten zijn zo groot, ze passen niet in één woord. Ze komen in braakstoten van vaak drie woorden tegelijk. Worden vervolgens na de eerste letter afgekapt, vermengen zich dan als het vuil van de straat met eerbare afkortingen als BTW, IVF, KMO.

Nu, ook een woord als bermbom klinkt veel te vrolijk voor wat het is. Maar het heeft toch het fatsoen te zeggen wat het wil zeggen. Dat geldt niet voor IED: een als onschuldig letterwoord vermomde bermbom, zoals je dat van bermbommen kunt verwachten. Zo verpakt kun je de bermbom ook aan tafel ter sprake brengen, bij het gehakt in tomatensaus, ik noem maar iets. Improvised Explosive Device, en mag ik het zout even?

Vandaag is het Amerikaanse Senaatsrapport uit over foltering door de CIA, dat woord kennen we ook. Ik bedoel: CIA. Het woord foltering, dat kennen ze niet bij de CIA, waar men bij het gehakt met tomatensaus tips uitwisselt over nieuwe Enhanced Interrogation Techniques of EIT's. 

Zoals: cold water dousing, dat klinkt nog redelijk braaf. Sleep deprivation. Auditory overload. Men zal er de komende dagen veel over kunnen lezen. Ik raad aan dat men daar ook stopt. Dat wil zeggen, voor het begint te gaan over nog meer onuitspreekbare EIT's. Die woorden wil niemand zien: het is te pijnlijk zich een voorstelling te maken van wat ze zouden kunnen betekenen. Te ondenkbaar. En wie bedenkt dat? Wie doet dat? Voor deze lieden is het c-woord gemaakt.

maandag 8 december 2014

8 december


'De Nederlander die meer Marokkanen in Nederland wil moet ik nog tegenkomen', zegt Geert Wilders. Het klinkt lekker.

Het betekent ook niets. (De Belg die meer Nederlanders in België wil moet ik nog tegenkomen. De Fransman die meer Belgen in Frankrijk wil moet ik nog tegenkomen. De Venezolaan die meer Luxemburgers in Venezuela wil, enz.)

Dat ging over Wilders' berucht geworden vraag 'Wilt u meer of minder Marokkanen?' op een verkiezingsbijeenkomst in Den Haag vroeger in dit jaar. (De zaal gaf met geestdrift het gewenste antwoord: 'Minder!').

Wat een onzin. 'Wilt u belasting betalen, ja of nee?' (Publiek: Néé!) 'Wilt u trager rijden of rapper?' (Publiek: Rapper!) Het is een straatoude truc. 'Jezus of Barabbas?' (Publiek: Barabbas!)

Je moet er alleen maar op letten dat je de volgorde niet verknalt: 'Wilt u minder Marokkanen of meer?' (Publiek: Méér!)

Als uitsmijter bij zijn verklaring voor de Rijksrecherche, die onderzoekt of hij vervolgd moet worden wegens 'belediging van een groep mensen op grond van ras en aanzetten tot discriminatie en haat', besluit Wilders met een citaat van Martin Luther King. Van wie?

Dat is nu populisme. Makkelijk zat. Adepten op elke straathoek.

dinsdag 2 december 2014

2 december


Iemand heeft mijn stad S vol affiches gehangen, waarop staat: 'Het ik-doe-wat-ik-wil gevoel'. Ziedaar, dacht ik, de vigerende tijdsgeest treffend samengevat. Onderaan stond nog iets als Hello bank!, alles tegen de achtergrond van een in witte bruiloftskleren gehuld stel, waar ik pas later van merkte dat ze zich onder water bevonden. Dat was wat ze wilden.

Er wordt heel wat afgebazeld, zou Jelmer van Hoff zeggen uit Jeroen Brouwers' Geheime kamers. Het zou mij niet zoveel kunnen schelen, had ik niet nog later ontdekt dat deze Hellobank een uitwas is van mijn eigen bank, waarmee ik bedoel: de bank aan wie ik de zorg over mijn schaarse liquiditeiten heb toevertrouwd.

Als ik het goed begrepen heb, maar dat wil ik liever niet, is Hellobank de eerste 'mobiele bank'. Het bevalt me niet. Banken horen stabiel te zijn, niet mobiel. Ze moeten gedegenheid uitstralen, niet puberale cool. Verder doen ze er goed aan zich ver te houden van twijfelachtige moraliteit, of in elk geval de schijn te bewaren dat ze dat doen. Het kan best zijn dat mijn bank vuilnisbakken vol geld investeert in wapentuig en toxische chemicaliën, maar tot nu toe had hij tenminste het fatsoen daar discreet over te blijven.

Maar goed. Bij de volgende bankencrisis, die volgens meer dan een geïnformeerde waarnemer niet zo veraf meer kan zijn, gaat mogelijk ook mijn bank naar de haaien, inclusief zijn mobiele aanhangsel. Dat zal dan jammer zijn voor mijn bescheiden spaartegoeden. Anderzijds, als het ik-doe-wat-ik-wil gevoel mee verzuipt, komt er misschien toch nog iets moois van.