zaterdag 27 december 2014

26 december


Samir heeft olijven meegebracht. Amandelgebakjes. Een zakje ras el hanout. Van mijn gade krijgt hij een kom warme soep mee. Het gaat wat over eten en drinken. Ik ben een moslim, zegt Samir, maar ik lust wel een goed glas wijn nu en dan. Oké het mag eigenlijk niet, maar kijk, ik ben tweeëndertig, en het leven is kort. Hij steekt de straat weer over naar zijn huis aan de overkant. Nog een maand goed doorwerken, heeft hij gezegd, dan is het klaar en kan hij erin. Ik noem hem gemakshalve Sam, als hij er niet bij is. Mijn achternaam moet je niet weten, zegt Sam, die is veel te ingewikkeld. Ik denk: ja ja, Marokkaanse achternamen. Niet als bij ons: Smet, Plets, Peeters. Synaeve. Deleersnyder. Vereenooghe. Van den Keybusch. Van Outryve d'Ydewalle. De Thibault de Boezinghe. Wacht, waar was ik? Op de drempel van mijn voordeur. Ik zwaai nog even voor ik weer binnen ga.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten