'Ik
ben uitgekookt', zei mijn gade. Alsof ik dat niet wist, na al die
jaren. Maar nee, ik had niet gelet op wat ze aan het doen was:
stapels oude recepten bijeenrapen en bij het oud papier doen.
Uitgekookt? Nu was ik in paniek. Ruim twee derde van mijn leven heb
ik mij in haar immer smakelijker bereidingen mogen verlustigen. En
nu: uitgekookt?
Ach
nee. Mijn gade sprak in hyperbool, de beproefde stijlfiguur
van de overdrijving. Wat ze bedoelde was: ik kook nu lang genoeg, het
mag wel eens wat minder zijn, zo zoetjesaan. Maar had ze het zo
gezegd, ik had het niet eens gehoord. Nu schrok ik me een hoedje.
Toch uitgekookt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten