Op
dagen als vandaag, die de Engelsen ongebeurtenisvol
noemen, durf ik wel eens de bus te nemen naar het stadscentrum. Die
bus stopt zo goed als voor mijn deur, om het half uur, en als ik
opstap zo midden de middag is hij zo goed als leeg. Ik stap af bij
het station, slenter even de winkelstraat op en neer, loop binnen in
café De
Casino,
waar met een beetje geluk de goede kranten niet bezet zijn. Ik drink
een koffie, lees wat over de Grieken, over Michelle Obama en iets in
België dat het
overheidsbeslag
heet.
Als ik weer bij het station ben, zijn de scholen uit. Mijn bus is nu
tweemaal zo lang en eivol scholieren. 'Wilt u graag zitten,
mijnheer?', vraagt een meisje, ze is al half opgestaan. 'Dankjewel',
zeg ik. 'Blijf maar zitten. Het is erg vriendelijk'. Dat was het ook.
Had dan toch 'Graag!' gezegd. De volgende keer misschien. Vandaag –
tja, zo'n vraag, het kwam ook zo plots op me af. Ik was er laten we
zeggen nog niet klaar voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten