zondag 29 maart 2015

28 maart, voor B.



Ik was misschien een jaar of tien of twaalf, mijn neefje ook. We speelden samen schaak of Arendsoog of mikado en lazen alles over de koers en het voetballen, en dan waren wij rechtstreeks verslaggever op de radio, en plagieerden schaamteloos Het Volkske. De bal was het leer, het doel de kooi. Keepers ranselden het leer weg, of moesten toezien hoe een grondscherend schot tegen het doelhout spatte dan wel de netten deed trillen. Ach, Expo '58, de prille jaren zestig, Stijn Streuvels leefde nog.

Vandaag bots ik in De Standaard, ik mag wel zeggen per ongeluk, op een verslag over de voetbalwedstrijd België-Cyprus die pas is gespeeld (5-0) .
'Na 34 minuten schilderde diezelfde Hazard de bal op het hoofd van Benteke, die het leer onhoudbaar tegen de netten buffelde.'

Heb ik dat goed gezien? Toch wel. Maar van dat buffelen, dat moet iets nieuws zijn.
Mijn neefje zou dat weten, maar ik kan het hem niet meer vragen.

donderdag 26 maart 2015

26 maart

'Een van de modewoorden van het moment is decluttering', schrijft Cathérine Ongenae op haar blog. Het stukje heet Geen leven zonder serendipiteit. Ik hou daar wel van, stukjes waar je na het lezen meteen van vergeten bent waar het over ging, maar je hebt wel een nieuw woordje of twee bijgeleerd. 

Clutter ken ik uit mijn vorige leven, toen ik om den brode veel met het Engels bezig was. Het is alles wat in de weg ligt of staat, rommel, troep. Het is ook een werkwoord in het Engels: to clutter, of clutter up, wil zeggen met rommel vullen. Je kunt het ook met je eigen hoofd doen: er allerlei nutteloze prietpraat in opslaan. Als het te vol geworden is, wordt het tijd voor enig declutteren: de troep gaat eruit.

Cathérine Ongenae vindt, dat je niet te veel dingen weg moet gooien. Niet dat ik alles bewaar, had ze dan kunnen schrijven, maar ze schrijft: 'Ik ben geen hoarder'. Daar gaan we weer: to hoard betekent opslaan, hamsteren. Wie dat doet, is een hoarder, zoals mijn tante in mijn Cambridge International Dictionary of English: 'My aunt's a terrible hoarder – she never throws anything away.'

Anders dan Cathérine Ongenae ben ik niet zo mee met de modewoorden van het moment. Zou serendipiteit er ook een zijn? Het komt van het Engels, wat dacht je, en verwijst naar De drie prinsen van Serendip, een Perzisch sprookje. Serendip is een oude Perzische naam voor Sri Lanka.

De drie prinsen munten uit in het vinden van dingen waar zij niet naar op zoek waren, zoals een kameel die mank is en blind in een oog, een kies mist, en op zijn rug een zwangere vrouw draagt, en verder honing aan de ene en boter aan de andere kant.

Het sprookje, dat via Italië uit Perzië is gekomen, trok in 1754 de aandacht van de kunsthistoricus graaf Horace Walpole. Hij smeedde er het woordje serendipity uit, dat tegenwoordig wil zeggen: de kunst, of het stom geluk, om iets beters te vinden dan waar je eigenlijk naar op zoek was. Voorwaarde is wel, dat je genoeg spullen laat rondslingeren, zodat ze je op een dag kunnen verrassen.

Wie wil dat nu allemaal wéten? Mogelijk niemand. Het is alleen maar meer clutter.

dinsdag 17 maart 2015

17 maart


'Datum van de feiten: 8 maart 2015 om 09.12 uur.'
'De feiten zijn gefotografeerd. De foto kan, op vraag van uw ambt, aangewend worden voor alle nuttige doeleinden.' 

Men heeft mij op heterdaad betrapt met 'een automatisch werkend toestel'. Geen sprake van dat ik de gang van zaken betwist: de betrapper 'werd specifiek gevormd voor de hantering van het gebruikte apparaat.' 

Zo moet ik dan maar verder met mijn leven, wetend dat de foto van de feiten bestaat, en zelfs voor alle nuttige doeleinden kan worden aangewend, op vraag van mijn ambt.

Een lichtpuntje: ik kan mijn strafrechtelijke vervolging afkopen, zoals in de betere criminele kringen gebruikelijk is. Als ik genoeg betaal, zal mijn dossier niet worden 'toegezonden aan het Parket van de Procureur des Konings'.

Op 8 maart verjaart mijn gade. Dan ga ik gauw broodjes halen bij de bakker, opdat de dag in de best mogelijke omstandigheden kan beginnen. Dat mag, krachtens Artikel 11.1 alinea 1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975. Maar niet te gauw.

maandag 16 maart 2015

16 maart


Sinds ik in Zeno de recensies lees door J. De Witte ('Wat zijn ze goed, die nieuwe Vlaamse schrijvers. Prijzen dat ze winnen!') , prijs ik me gelukkig dat ik nooit een boek gepubliceerd heb. Zo ik het ooit gebrobeerd zou hebben, prijs ik me gelukkig dat het niet gelukt is. Mocht ik het ooit toch proberen, en het zou nog lukken ook, dan kan ik alleen hopen dat J. De Witte tegen die tijd geen recensies meer schrijft.

zondag 15 maart 2015

DE TAALHOND WAAKT



Daarbij komt dat zo’n bezoeken, zeker als hij al meer dan een week in Zwitserland zou zijn, onmogelijk geheim gehouden kan worden.

Deze zin, over de afwezigheid in het openbaar van Vladimir Poetin, staat in een stuk van Jan Balliauw op deredactie.be. Men moet vrezen dat Jan te lang van huis geweest is. Ik adviseer dat de VRT hem een tijd terugroept, en hem een korte maar krachtige Opfriscursus Nederlands voor Ruslandkenners oplegt.

15 maart


Ik hou niet op de Britten te bewonderen om hun talent om altijd weer goede en korte woorden voor dingen te bedenken. Sat nav. Speed bump. Bin bag. Fag break. En nu de poo bus, die je in Nederland de poepbus zou noemen, in België - tja. 
 
De poo bus gaat rijden vanaf 25 maart in de havenstad Bristol. Hij zal er tot 40 zittende reizigers vervoeren over een traject van 24 kilometer, op biogas, gewonnen uit het menselijk afval van meer dan 32.000 gezinnen.

Vele grapjes zijn daarover te bedenken, maar de poo bus zelf is daar allerminst beducht voor. Integendeel, hij draagt zijn naam met gepaste trots, preutsige watjes zet hij met verve te kakken. 

Klik om te vergroten
 

donderdag 12 maart 2015

12 maart


In mijn droom was Sigfried Bracke op weg naar Damascus van zijn paard gebliksemd, en toen had hij zich bekeerd tot de Flaminganten, in wier rangen hij snel opklom tot senator en voorzitter van het Belgisch parlement, waar hij een stoel kreeg hoog op een schavotje waar iedereen hem goed kon zien, zoals hij dat graag heeft.

Op dat punt begon mijn goededromenfee, die waakt over mijn nacht- en mijn gemoedsrust, al ongemakkelijk op mijn hoofdkussen te wrikkelen, omdat ze wist dat er nog erger kwam. Moest ze mij niet wekken met een tikje van haar staf, en mij behoeden voor wat er nu te gebeuren stond?

Toch maar niet, besloot ze, en zo droomde ik verder dat deze Bracke zich, nu te voet, naar het Vlaams Nationaal Zangfeest begaf in Antwerpen, en daar liedjes meezong als Tineke van Heule en De Machtigste Koning van Storm en van Wind (Ja wij zijn de Heersers der Aarde).

Ik schrok wakker op gebrul toen Bracke zich helemaal liet gaan in Als de leeuw verheft zijn gebrul des nachts, dan verschrikt hij de dieren ermee. Ook nadat ik naar beneden was gegaan om een glas water te halen, en daar een hele poos aan de keukentafel had gezeten om te bekomen, bleef het beeld van de zingende Bracke mij akelig scherp voor ogen staan.

Ik hoop maar niet, dat zo'n enge droom mij nog eens overkomt.