In
mijn droom was Sigfried Bracke op weg naar Damascus van zijn paard
gebliksemd, en toen had hij zich bekeerd tot de Flaminganten, in wier
rangen hij snel opklom tot senator en voorzitter van het Belgisch
parlement, waar hij een stoel kreeg hoog op een schavotje waar
iedereen hem goed kon zien, zoals hij dat graag heeft.
Op
dat punt begon mijn goededromenfee, die waakt over mijn nacht- en
mijn gemoedsrust, al ongemakkelijk op mijn hoofdkussen te wrikkelen,
omdat ze wist dat er nog erger kwam. Moest ze mij niet wekken met een
tikje van haar staf, en mij behoeden voor wat er nu te gebeuren
stond?
Toch
maar niet, besloot ze, en zo droomde ik verder dat deze Bracke zich,
nu te voet, naar het Vlaams Nationaal Zangfeest begaf in Antwerpen,
en daar liedjes meezong als Tineke
van Heule
en De
Machtigste Koning van Storm en van Wind
(Ja
wij zijn de Heersers der Aarde).
Ik
schrok wakker op gebrul
toen Bracke zich helemaal liet gaan in Als
de leeuw verheft zijn gebrul des nachts, dan verschrikt hij de dieren
ermee.
Ook nadat ik naar beneden was gegaan om een glas water te halen, en
daar een hele poos aan de keukentafel had gezeten om te bekomen,
bleef het beeld van de zingende Bracke mij akelig scherp voor ogen
staan.
Ik
hoop maar niet, dat zo'n enge droom mij nog eens overkomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten