Toen
ik klein was, nam mijn vader ons mee om te kijken naar de Ronde van
Vlaanderen. We gingen ergens staan waar je ze van ver kon zien
komen, in mijn herinnering was dat de Gitsberg, maar herinneringen
zijn maar dat, en met elk bijkomend jaar nog een stukje meer, of
minder.
Misschien
was het wel de Kruiskalseide bij Lichtervelde. Dat laatste zeg ik
alleen, omdat ik die naam nog wel eens wou horen: de Kruiskalseide.
Veel
later had ik zelf twee zonen, en ik nam ze mee om te kijken naar de
Ronde van Vlaanderen. Ik woonde inmiddels in S, een stad met een
groot marktplein waar in die dagen de Ronde nog van start ging. We
liepen langs de ploegen en vergaapten ons aan de glimmende fietsen en
aan de kuiten van de berijders, die ook glommen, en na de
start scheurden we over de binnenwegjes naar ergens een plek in het
Waasland, misschien wel Klein Sinaai, waar we ze nog eens voorbij
zagen rijden. Op 't gemak, de koers was net begonnen.
Nog
later zat ik op die zondagen voor mijn televietoestel, een keer
hoorde ik op de autoradio hoe Van Petegem won voor Vandenbroucke en
Museeuw, denk ik. In mijn herinnering was ik toen ergens
tussen Cassel en Saint-Omer.
De
laatste jaren kijk ik niet meer, en gisteren vroeg ik me af: hoe kwam
dat ook weer, eigenlijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten