donderdag 24 september 2015

24 september


Naïef zijn uit zich op vele wijzen, bijvoorbeeld: een e-mail krijgen met als onderwerp 'Hoi, Lieven', en denken dat hij van een goede bekende komt. Daar blij om zijn, en dan zien dat de mail aanvangt met de begroeting: 'Beste Lieven, Bol.com is blij met jou als klant.'

Ze hebben een verrassing voor me: 'Je krijgt van ons 2,50 korting op games, muziek, dvd's, digitale boeken en internationale boeken!' Die 2,50 zijn euro's, geen procenten, maar dat terzijde, en wat zijn internationale boeken?

Moet ik nu nog altijd blij zijn, met een korting van Bol.com, die zelf blij zijn omdat ik er klant ben? Eén keer naïef is genoeg. 

Verder hou ik er niet van dat een mij volkomen onbekende man of vrouw – er staat geen naam onder de mail – mij met mijn voornaam aanspreekt en tegen mij hoit en jijt en jout, nog minder als het is om mij iets te verkopen dat ik niet gevraagd heb.

Onder de mail staat nog een vraag: 'Heb je even? Wat vind jij van deze e-mail?' Er is een + en een – vakje, als ik op dat laatste klik, willen ze ook nog weten waarom ik de mail niet goed vind.

Zouden ze dat echt zelf niet weten? Zijn ze bij Bol.com nog naïever dan ik?

woensdag 16 september 2015

16 september

Sinds enige tijd verblijf ik in wat je een recreatief woonwagenkamp zou kunnen noemen, waar dagelijks woonwagens uit weggaan, en hun plaats door nieuwe wordt ingenomen. Het valt niet mee de buren te leren kennen, voor je weet hoe ze er een beetje uitzien, zijn ze weer weg. Ook kun je moeilijk uitmaken of wie aankomt op weg is naar nog verder van huis, of juist op terugweg daarheen.

Waar dat huis staat valt wel een beetje af te leiden uit de nummerborden van auto's of woonwagens, al is op dat vlak toch enige omzichtigheid geboden. Zelf heb ik hier een tijdje met een Franse nummerplaat rondgereden. Mijn auto, met Belgisch bord, was weg met een dépanneur. Maar dat wisten de meeste kampbewoners weer niet, die waren pas later gearriveerd of alweer vertrokken.

Ook de taal kan bedrieglijk zijn: Nederlandse mensen durven wel eens Duits te praten, Frans sprekende bewoners kunnen Frans zijn, maar ook Belgisch, of Zwitsers, of Algerijns. Duits sprekenden kunnen ook van Oostenrijk zijn, Engels sprekenden uit Ierland. Wat klinkt als plat West-Vlaams kan wel eens Deens zijn, en andersom, ik bedoel maar.

Waar ik naar toe wil, is dat zo'n recreatief woonwagenpark een uiterst fluïde omgeving is, waar een begrip als 'eigen volk', zo het ooit enige betekenis heeft gehad, die prompt verliest. Dat is dan mooi meegenomen. Het woonwagenpark wordt er een betere plek door.

Niet een ideale plek. We mogen ervan uitgaan dat zo'n plek niet bestaat. In het woonwagenpark is plaats zat voor ergernissen van velerlei aard. Er zijn mensen met honden en mensen zonder, en die mét een hond kunnen die netjes aan de leiband een paar keer per dag naar buiten het kamp leiden waar hij zijn gevoeg kan doen, of ze kunnen de hond maar wat rond laten lopen, zodat hij op een mooie dag tegen je woonwagen aan komt pissen, of een drol deponeert waar je net je ontbijttafeltje neer wou zetten.

Er zijn bewoners met grote schotelantennes, en bewoners zonder, en van die mét een antenne zijn er die hun televisie zachtjes zetten zodat alleen zij hem horen, en andere die buiten gaan zitten en daar vandaan kijken naar de televisie die binnen staat, met de deur wijd open en het volume op tien, waarbij de woonwagen als extra klankkast dienst doet, en het hele woonwagenkamp geen andere keus heeft dan maar mee te luisteren.

Die laatste ergernis heeft met name mijzelf al menige keer tot dicht bij de waanzin gedreven, tot mijn gade mij er eindelijk toe heeft kunnen overhalen om oordopjes te gebruiken. Ik wou haar nooit geloven, maar nu weet ik dat oordopjes beter zijn voor de bloeddruk en de maagsappen dan naïeve pogingen om lawijtmakers met rede en dialoog tegemoet te treden:
 
- Mag het wat stiller? Ik ben met vakantie! 
- Ik ook! 

- Puis-je vous demander de baisser un peu le volume?
- Je suis en vacances!

Dat zijn de meer beschaafde gesprekken.

Nu doe ik de dopjes in, en ik hoor niets meer. Ook niet de deur van mijn eigen woonwagen, als mijn gade naar buiten komt, een stuk in de nacht, en vraagt: 'Zit jij daar nu nog?'
Ik hoor het niet, ik schrijf in alle rust mijn stukje.

dinsdag 1 september 2015

2 september


De Nieuw-Zeelanders krijgen misschien een nieuwe vlag. Er is een longlist gemaakt van veertig vlaggen, en dan een shortlist van vier. Het publiek kan, in een bindend referendum, kiezen welke vlag het uiteindelijk mag opnemen tegen de bestaande, in weer een ander referendum, later.

Hoe reageert het publiek op de shortlist? Grotendeels vemoeid, zo lees ik in The Guardian. Zo van: is dat nu nog niet gedaan, met die vlag? Een reactie die van grote maturiteit getuigt. Vlaggen deugen niet. De beste vlag is geen vlag.

Het is als een reclamecampagne, zegt een Nieuw-Zeelander. Ze laten je vier auto's zien, en ze vragen: Welke wil je kopen? In plaats van te vragen: Wilt u wel een auto kopen?