Intimi die wel eens
toegang krijgen tot de tuin achter mijn huis zijn vertrouwd met de
vier palletten die sinds jaar en dag tegen de tuindeur liggen bij
wijze van voorlopig terras. Het is een oplossing die vele jaren
geleden ter plekke werd bedacht, voor even, en vervolgens zichzelf
overleefde, zoals succesformules doen.
Palletten die hun shelf
life hadden uitgeleefd, wat
altijd zichtbaar werd de dag dat iemand erdoorheen zakte, werden naar
het containerpark afgevoerd en door een ander stel vervangen. Een
modus operandi die tot
vandaag zijn diensten bewezen heeft, maar ook maar tot vandaag.
Terwijl
ik dit opschrijf, hoor ik het geronk van de graaftuigen die tegen
mijn achterdeur een laag tuin aan het weghalen zijn. In de kuil komt
kiezel, daar bovenop een laag stabilisé, en
daar bovenop, als alles goed gaat, een terras van vijf bij vier meter
in bankirai hout,
volgens de folder 'een duurzame houtsoort uit Zuidoost-Azië die
uitstekend bestand is tegen schimmel en insecten.'
Nu ze toch bezig
zijn, zullen de gravers meteen ook wat afvoerbuizen in de grond
stoppen, zodat intimi die nog eens toegang krijgen tot mijn tuin met
ongeloof zullen vragen, als het pas hard geregend heeft, waar de
grote plas naar toe is die bij nat weer de toegang tot mijn
achterhuis hoort af te sluiten.
Mijn
gade en ik slaan de werken gade met een mengeling van nostalgie en
welbehagen. 'Eindelijk,' zeggen we tegen elkaar, 'krijgen we een
terras zoals de echte mensen'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten