dinsdag 30 mei 2017

29 mei


'Hoe gáát het eigenlijk met mij? Niet direct zo dat als men aan mij zou ruiken, men nog eens extra zou snuiven en zou zeggen: gôh, je lijkt wel een veld vol fresia's.'

Aan het lezen, van Jeroen Brouwers: Het is niets. (1993)

Gezien of niet de wereld, om het even: het is niets.
wat gij gehoord, gezegd hebt of geschreven: het is niets.
gereisd door de klimaten alle zeven: het is niets.
tot studie en bespiegelingen thuis gebleven: het is niets.

J.H.Leopold

Een verzameling losse flodders uit een van zijn kladboeken, een 'structuurloze rommelberg', waar hij zelf van zegt dat hij ze al eerder allemaal geplunderd heeft voor zijn serieuze werk. Het gaat dus om restjes, die een fatsoenlijk mens weggooit, niet nog eens aan zijn lezers probeert te slijten. Nu, eerlijk is Jeroen genoeg, zoals in deze opmerking, tussen haakjes, over zijn eigen werk:

'(Als ik niet zelf Jeroen Brouwers zou zijn, zou ik als 'gewone lezer' 'de nieuwe Brouwers' niet meer kopen, precies zoals ik zelf 'de nieuwe Reve' niet meer koop: ik kèn dat oeuvre nu wel en iedere uitbreiding ervan bevestigt zo niet vermeerdert mijn besef dat het saai is geworden. Eerlijker omtrent mijn eigen werk, dat ik lijk te baren als een dood kind, kan ik niet zijn.)'

Een vrolijk mens zit er niet in.

'Dit isolement heeft van mij een asociaal, wereldvreemd, mensenschuw, verlegen, wantrouwig, bang en alleen met gebruikmaking van krikken, breekijzers en sleepkabels nog tot verplaatsing aan te zetten sujet gemaakt. Eigenlijk ben ik een boom geworden (...)'

Of toch? Een keer is hij thuis 'ijverig bezig mijn park op te schonen', hij is de laatste tijd een hoop kilo's lichter geworden, zijn broeken zakken af 'daar ik de helft van mijn lichaamsomvang kwijt ben', en dan: 'Soms betrap ik me op neuriën!'

Toen hij dat alles schreef, was hij geloof ik zes- of zevenenveertig. Ik lees hem graag. Briljante mopperaar. Kankeraar. Met al zijn chagrijn uiterst onderhoudend en virtuoos.

P.S.


Bij het kraantje wissel ik van gedachten met een man van Nantes. Of ik naar de pot d'amitié gegaan ben voor de nieuw aangekomenen? Hij ook niet. Ik voel me er een beetje verloren, zegt hij. Het is daar moeilijk praten. Hij zinspeelt voorzichtig op de overweldigende meerderheid van Nederlanders. Zelf ziet hij er bijzonder Frans uit, bezitter van een dikke, goed gecultiveerde Asterix-snor. We bespreken nog even de recente politieke ontwikkelingen, verwachten samen veel goeds van de nieuwe president. Il faut lui donner une chance. Zeer zeker. Als je eens rondkijkt naar wie zich dezer dagen allemaal president noemen, lijkt Emmanuel Macron de kwaadste keus nog niet.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten