woensdag 27 februari 2019

27 februari


Nu het weer weer was om in het gras te liggen, op mijn rug, en omhoog te kijken, naar de blauwe lucht, kon ik verwachten dat daar kleurrijke ballons voorbij zouden drijven. Dat is in de stad waar ik woon niet ongewoon.

In de plaats kreeg ik een groot spinnenweb te zien van witte strepen, maar veel minder ordelijk dan spinnen dat zouden spannen.

Mijn stad S ligt zichtbaar op een knooppunt van het mondiale luchtverkeer, wordt bij dag als bij nacht overvlogen door reizigers met even onvermoede als uiteenlopende bestemmingen. Hun vliegende voertuigen trekken sporen naar oost, west, noord en zuid, en alle daartussen nog bedenkbare windrichtingen.

Natuurlijk was het raar, dat ik in februari in het gras kon liggen en geen kou voelen. Nog raarder was, dat ik 's avonds na de maaltijd en de afwas, toen ik me in de sofa wou installeren om weer een vredige avond aan te vatten, op de houten vloer midden in de woonkamer een pad zag zitten.

Hij zag er verloren uit, had zo te zien geen idee welke kant hij nu op moest. Voor de ontheemde amfibie onhandig onder een meubel weg kon scharrelen, ving ik hem in een doos en zette hem vriendelijk buiten. 

In het donker in de tuin, onder de sterren en de twinkelende lichtjes van de vliegtuigen.

maandag 18 februari 2019

18 februari


Alstu zeggen ze, de bitterballen aanreikend. Uitgifte gereed. Het kopje is vol, wil dat zeggen. Neem het maar uit de automaat. Voor een beetje buitenlandgevoel moet je echt zo ver niet gaan. Het is wel een eindje stappen naar het strand. De duinen staan in de weg. Die hebben ze hier neergezet waar bij ons de flatgebouwen staan. Ze laten er paarden in rondlopen, die je niet mag voeren. Ze leggen ook uit waarom: de dieren kunnen er hoefbevangen van worden. Dan is inslapen de enige remedie. Ook kun je voor vijftig cent door een verrekijker de zeehonden zien. Bij laag tij, als de zandbank boven water komt. Maar nu: Buis West. Precies. We zijn in de westelijke koker van de Westerscheldetunnel. Dat is alweer op weg naar huis.

zaterdag 16 februari 2019

16 februari


Ik lees graag. Meestal fictie - romans en verhalen. Ik geniet volop terwijl ik lees, maar nog voor het boek uit is, ben ik de helft ervan vergeten. De grootste helft. Dus lees ik vaak het boek een tweede keer, of meer. Een enkele keer lees ik een boek uit en begin ik meteen opnieuw. De volgende dag. Zoals laatst met De hemel verslinden van Paolo Giordano.

Dat boek is niet eens zo ingewikkeld. De plot verloopt netjes van het begin, als Teresa nog een tiener is, tot het einde, waar ze als jonge vrouw zwanger wordt met de hulp van een oude vriend. Alleen heeft Giordano het verhaal in stukken geknipt, en die achteraf niet in de verwachte volgorde weer aan elkaar geplakt. Dat bracht mij bij het lezen zo in de war, dat ik direct na de laatste pagina weer bij de eerste begonnen ben, om uit te zoeken hoe het nu echt in elkaar zat.

Iets dergelijks ben ik nu ook aan 't doen met De geniale vriendin van Elena Ferrante. Daar heb ik eerst de televisiebewerking van gezien. Ik was ondersteboven - dat iets op de televisie zo goed kan zijn. Maar het ging mij te snel, er waren zoveel personages, en al die Italiaanse namen - dus ben ik nu het boek aan 't lezen. Als ik de draad even verlies, kan ik terug naar de eerste pagina, waar al de Napolitanen uit het verhaal keurig per familie staan opgelijst. Geen gevaar dat ik Lina, of Lila, eigenlijk Raffaella, nog verwar met Elena, Lenuccia of LenĂ¹. Marcello met Stefano, Pasquale of Antonio, Rino met Nino of Enzo.

Als ik met lezen klaar ben, kan ik met een beetje geluk de televisiereeks nog eens zien op vrtnu. My brilliant friend, beschikbaar tot 24 maart. Ik kan niet wachten.

zaterdag 9 februari 2019

8 februari


Niet te vroeg uit de veren, grijze ochtend, ontbijt, kippen voeren. Wat rondhangen in het huis. Lunchen, dutje doen, de deur uit voor een boodschap of twee. Rode linzen, sinaassap. Een pot schorseneren. Koffie in Koek & Ei, huistoe. Beetje surfen op het web, mailtje doen, dan is het donker. Avondeten, lezen, naar bed.

An uneventful day, zeggen de Engelsen, die bij ons ongebeurtenisvol zou zijn, als dat woord in het Nederlands bestond. Wat een onthutsend onthullend woord! Laten we het meteen omarmen.

Zo'n dag is minder on-gebeurtenisvol dan ongebeurtenis-vol: een dag vol ongebeuren.