Groot
kabaal vanmiddag bij de drie huiskippen. Ze staan dicht tegen elkaar
in de uiterste hoek van de ren, kakelen als vermoord. Toesnellend
stel ik vast, dat ze alle drie star dezelfde kant opkijken, waar ik
inderdaad iets bruins en bultigs waarneem, dat er anders niet is.
Erinaceus europaeus vereert
onze tuin met een onaangekondigd bezoek. Hij zit een beetje traag te
scharrelen, kruipt dan, gestoord door het lawijt van de hoenders,
onder de draad door naar het gazon. Daar sabbelt hij wat op het
groen, slentert tot bij de spar, verdwijnt onder de lage takken. Wat
zien we hem graag hier bij ons. We noemen hem Tegeltje. Wat maakt hij de dag weer
goed.
donderdag 25 april 2019
maandag 22 april 2019
22 april
Ik
woon nu in mijn tuin. In een woonwagen. Overdag schijnt gelukkig de
zon, zodat ik mijn soep kan eten buiten onder de parasol. Het is niet
dat mij de toegang tot mijn huis wordt ontzegd. Ik kan er binnen,
maar er is niets. Mijn hebben en houwen staat in de garage, en op
zolder, en bij mijn zoon, wiens huis nu zo vol is als het mijne leeg.
Maar schijn bedriegt. Als Eddy en Vlad klaar zijn, ligt ook mijn huis
helemaal vol. Stof. Van het schuren. Van de planken. Van de vloer,
boven en beneden. En de trap. Als al het stof buiten is, en alle
meubels weer binnen, en de potten en pannen en de postuurkes
en de gordijnen, dan kunnen mijn gade en ik het huis weer betreden,
we glijden op kousevoeten over de gladde planken.
maandag 15 april 2019
15 april
Vandaag
bijgeleerd: het woordje lustmust. In
een heerlijk stuk van Stijn De Paepe in De Morgen
over quizprogramma's op
de VRT en het verplichte dijenkletsen dat daarbij hoort (met het
pottekes-en-pannekes-Vlaams van
quizmasters als Jeroen Meus). De gniffelquiz,
zegt de Paepe. De grapdwang.
De pretwet die
wil dat iedereen in een deuk gaat zo gauw een Bekende Vlaming zijn
mond opentrekt, al was het maar om te geeuwen. Ja Stijn zit niet om
een mooi woordje of twee verlegen. Mij doet dat plezier op de
televisie wel eens denken aan het kampvuur 's avonds
laat, als de kinderen naar bed zijn en de leiding nog een beetje
doorzakt. Het moet niet zo geestig zijn, als we maar leut hebben.
zondag 14 april 2019
14 april
Ik
heb per ongeluk een glas water uitgegoten over een oude krant. De
Standaard van 28 en 29
april 2018. Wat die krant hier na een jaar nog in huis lag te doen,
dat moet ik maar eens een andere keer uitleggen. Nu wil ik vertellen
waarom ik hem nog voorzichtig heb opgepakt, gedept, behoedzaam op de
tafel open gespreid zodat hij kon drogen. Al die moeite?
Het
was de cultuurbijlage. Er stond een gesprek in met Otto-Jan Ham. Ik
ben een grote fan van deze Otto-Jan. Niet alleen omdat hij zo'n mooie
naam heeft. Alleen Annegret Kramp-Karrenbauer heeft een nog mooiere
naam. Dat gesprek had ik een jaar geleden al eens gelezen, en toen
aan de kant gelegd om het aan mijn gade te laten zien. Het kwam er
niet van, maar gisteren dook die krant plots weer op. Hoe dat kwam
leg ik een andere keer wel uit. Nu heb ik toch uitgelegd wat hij hier
na een jaar nog lag te doen.
Dus
heb ik dat gesprek weer gelezen, en weer vond ik wat Otto-Jan Ham
erin zei helemaal juist en terecht. Mensen lezen graag dingen die ze
juist en terecht vinden. Zie je wel? Ik wist het! Wat zei Otto-Jan zo
allemaal? Ik kan hier niet alles herhalen. Maar ik geef een
voorbeeld. Vraag: 'Waarom ben je gestopt?' Antwoord: 'Gewoon omdat ik
dacht: laat ik dat maar eens doen. Drinken is niet gemakkelijk. Je
moet dat kunnen. Om te drinken moet je kunnen doseren. En dat kan ik
niet (...)'
Zo
simpel kan het antwoord zijn op een simpele vraag. Die krant doe ik
nog maar niet weg.
woensdag 10 april 2019
10 april
Laatst
zag ik een gesprek op de televisie. Het ging daarin onder meer over
nieuwsmijders.
Er was een filmpje van een bekende mens in zijn auto, en telkens als
het nieuws begon, zette hij z'n radio af.
Ik
herkende dat meteen, want ik doe dat zelf ook, met de reclame. Ik ben
een reclamemijder.
Een paar minuten voor het uur, als het nieuws eraan komt, laten ze op
de radio reclamespotjes horen. Hoe die spotjes zijn, wil ik niet
beschrijven. Ze zijn onbeschrijfelijk. Dus zet ik mij radio af.
Helaas vergeet ik hem op tijd weer aan te zetten, en als ik het eindelijk doe, is het nieuws steevast voorbij. Zo ben ik dus ook een
nieuwsmijder.
Gelukkig
lees ik elke dag de krant. Zo weet ik toch wat er gebeurt. Dat wil
zeggen, wat de kranten mij zeggen dat er gebeurt. Ik word daar niet
vrolijk van.
Reclame
is in mijn kranten niet te zien, want ik lees ze online,
en ik heb een ad blocker. We merken dat u een ad
blocker gebruikt, laat
zo'n krant mij soms weten. En of ik hem af wil zetten. Nee hoor.
Zou
dat die bekende mens in z'n auto ook overkomen? Zo van: We
merken dat u niet naar het nieuws luistert ? Natuurlijk
niet, z'n radio staat al af.
woensdag 3 april 2019
2 april
'Een
offline bijeenkomst met mensen in je buurt met dezelfde interesses is
vanaf hier slechts een kleine stap.'
Hoezo,
offline?
Kunnen die mensen niet gewoon bijeenkomen? Ik bedoel, dat is toch wat
ze doen, op een bijeenkomst?
Nee,
dus. Want bijeenkomsten, zoals we weten, kunnen tegenwoordig ook
online
gebeuren. In welk geval ze niet echt gebeuren: de mensen met dezelfde
interesses blijven elk lekker thuis, wat ouwehoeren in hun
smartphone.
'Gisteren
lekker een ijsje wezen eten met mijn offline
vriendje', dat is tenminste duidelijk. Het vriendje was echt, het
ijsje ook. Niet nodig in dit geval om ook offline
ijsje te zeggen.
De
zin waarmee dit stukje begint, komt van vriendenvoorvrienden.be,
een online
club waarin je op zoek kunt naar nieuwe vrienden, die als alles goed
gaat mettertijd ook offline
kunnen worden.
Beetje
warrig stukje, dit. Ik doe ook mijn best om rustig te blijven, mij
niet op te winden over de off- en online flauwekul. Het is ook weer
laat geworden, ik wil stilaan wel eens naar bed. Nachtje offline
pitten, morgen weer monter op de been.
Abonneren op:
Posts (Atom)