zaterdag 26 juni 2021

25 juni

'Daar gaan we weer,' zegt mijn correspondent. Ik had geïnformeerd of zij al een prik gekregen had. 'Corona! Onmogelijk om niét over corona te spreken.' Ik gaf haar gelijk. 'Tenzij je over het voetballen wilt beginnen,' probeerde ik, 'zo dat al een verbetering is.' Dat vond zij wel. Dus koutten we een beetje over het voetballen. Het deed me goed. Ik geef geen bal meer om voetbal, maar je kunt wel alles zeggen, zoals, bijvoorbeeld, 'eigenlijk hoop ik dat Italië wint.' Zij hebben de mooiste namen. Gianluigi Donnarumma. Alessandro Florenzi. Federico Bernardeschi. En wat te zeggen van Ciro Immobile, een aanvaller nota bene? Denk nu niet dat ik al die namen ook zei. Ik heb ze achteraf van Wikipedia gehaald, in mijn research voor dit stukje. In werkelijkheid heb ik dat van die namen nooit gezegd. Het viel me pas in toen ik al aan 't schrijven was. Het privilege van de stukjesschrijver: de werkelijkheid een eindje oprekken, ter opsmukking van de banaliteit. Natuurlijk hoop ik dat de Belgen winnen, maar laat toch de Italianen maar. Lukaku speelt in Italië, en Ronaldo. Ik bedoel maar. En Dries Mertens. En ja, dit stukje gaat al van regel vier over voetballen. Geen woord meer over corona. Dat noem ik winst.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten