vrijdag 25 februari 2011

25 februari



Hondenbiscuits, tot daar. Een mooi woord kun je 't niet noemen. Maar misschien ligt dat aan mij. Ik vind niet zoveel woorden mooi die met honden beginnen. Hondenhok, hondenbaan, hondenleven. Hondenweer, hondentrouw, hondenbrok. Hondenpoep, hondenpoepschepje. Eerlijk gezegd vind ik honden zelf ook niet zo'n prachtig woord. Maar soit, het kan ermee door. 

Kauwkluiven niet. Kauwkluiven kan er niet mee door. Ik zag het vandaag voor 't eerst in het foldertje van Aldi. 'Kauwkluiven voor honden' stond er, met een foto van verschillende plastic zakjes vol vieze glimmende bruine dingen in de vorm van een botje. Daar moeten de honden op kauwen, als hun biscuits op zijn.

Als het woord niet misselijk maakt, zal de foto het wel doen. Als de foto het niet doet, zal de uitleg erbij het wel doen: '100% zuivere gedroogde en geperste buffelhuid. Reinigt en onderhoudt het gebit.' Naar de geur van de kauwkluiven kunnen we alleen maar raden, daar zegt de folder niets over. Dat is dan toch weer kies van Aldi.

dinsdag 22 februari 2011

22 februari


Reynders toetst 'vrijblijvend' pistes af voor B-H-V
kopt De Morgen links onder op pagina vier.

Hoe gaat dat, pistes aftoetsen?
'Informateur Didier Reynders (MR) toetste gisteren voor het eerst enkele pistes af bij de partijvoorzitters van Open Vld, Groen!, Ecolo, sp.a en cdH voor de splitsing van B-H-V.'

Het is voor Reynders ook de eerste keer dat hij het doet, zegt het stukje.

'Over B-H-V legde hij wel wat pistes op tafel', staat er wat verder. (Hij legt pistes op tafel!) 'Maar hij houdt het erg vrijblijvend. Hij toetst allerlei pistes af, maar weigert om ook maar een woord op papier te zetten', zegt een van zijn gesprekspartners.
'Wat hij mondeling aftoetste, was volgens een partijvoorzitter wel behoorlijk concreet'.

Zo moeilijk is het niet. Reynders legt allerlei pistes op tafel en toetst ze er dan af. Hoe hij dat doet? Vrijblijvend en niet op papier, maar mondeling wel behoorlijk concreet.

Wat zijn dat eigenlijk, pistes?

zondag 20 februari 2011

20 februari

 
'Een staatshervorming heeft geen eindpunt. (...) Op termijn komt er sowieso een ontdubbeling van dit land in twee aparte landen', zegt een alomtegenwoordige nationalistische politicus in De zevende dag, nog maar eens.
Twee landen? Welke landen? Hoezo, sowieso? 
Marlboro Man: roken is gezond. Il faut mentir, non pas timidement, non pas pour un temps, mais hardiment et toujours (Voltaire)
 

zaterdag 19 februari 2011

19 februari


"You shouldn't really use Wikipedia as the sole source for anything, ever. You shouldn't use anything as the sole source for anything, in my view." Je mag Wikipedia nooit gebruiken als enige bron voor wat dan ook. Je mag niets ooit gebruiken als enige bron.

De view is van Jimmy Wales, de oprichter zelf van Wikipedia, waar ik wel eens te rade ga als ik iets wil weten. Ik hoor het hem graag zeggen. Het is zijn antwoord op de kritiek dat er in Wikipedia nogal wat onzin staat. Dat krijg je als iedereen mee mag schrijven. Grapjassen vermelden het overlijdensjaar van iemand die nog leeft (het overkwam Edward Kennedy), politici laten hun biografie opsmukken als er verkiezingen naderen. Wales zelf stond lange tijd vermeld met een foute geboortedatum. Ze hadden die uit de Encyclopaedia Britannica, zegt hij, en de Britannica had het fout.

De anything uit Wales' uitspraak kan even goed anybody zijn - geloof nooit wat iemand je zegt, ever. Dat weet elke journalist: een bericht is pas betrouwbaar als het door ten minste twee onafhankelijke bronnen bevestigd wordt. Dus: geloof niets wat iemand je zegt, voor je het nog van ten minste twee andere mensen gehoord hebt, die elkaar niet kennen. Dan nog is de kans groot dat je onafhankelijke bronnen hun informatie uit dezelfde Dag Allemaal hebben, of Het Laatste Nieuws.

Hoe waar allemaal. Maar in het vuur van een tooggesprek, en die andere vent blijft maar uitpakken, en wat die allemaal wèèt! Dan wil ik ook wel eens terugslaan met iets uit mijn gazet dat ik ook maar half gelezen heb, ik weet niet goed meer wanneer, mijn gade was iets aan 't vertellen over de kleinkindjes en op de radio zong Linda Ronstadt, en had die journalist van mijn gazet wel twee onafhankelijke bronnen gezocht (en gevonden) voor wat hij daar schreef, en wat schreef hij eigenlijk ook juist weer? En zou die andere vent aan de toog mij nu geloven? 
 

zondag 13 februari 2011

13 februari


Wat rondlopend door het internet bots ik vandaag op het woord tuigdorpen.
Het komt van G.Wilders, sterkhouder van rechts-rechts Nederland. Een tuigdorp is een dorp voor tuig. 'Zet al het schorremorrie bij elkaar' is het meest terugkerende Wilderscitaat in de kranten die het fenomeen rapporteren, zoals bij ons ook De Standaard en Het Belang van Limburg

Hardnekkige wetsovertreders ('overlastplegers', 'asociale veelplegers') moeten in afwachting van hun strafzaak samen in wooncontainers worden weggestopt, buiten de steden. Ook als hun gevangenisstraf uitgezeten is, moeten ze weer naar het dorp. Ze blijven daar tot ze ten minste een jaar gewerkt of gestudeerd hebben. Zijn ze minderjarig, dan moet de familie mee naar het tuigdorp verhuizen. 

De Skaeve Huse komen uit Denemarken en bestaan ook al in Nederland, maar Wilders wil er zijn geheel eigen scheve draai aan geven, en heeft de doelgroep en de woordkeus vast wat naar zijn hand gezet: tuig, schorremorrie.  

Ik lees de eerste zes reacties op de website van Het Belang. Ze zijn alle zes onverdeeld lovend. 'Groot gelijk man', lees ik, en 'Groot gelijk meneer Wilders', en 'Goed zo Geert' en 'Go for it, Wilders!'

'Als ze dat niet aanvaarden, moeten ze maar niet naar hier komen', shrijft een lezer, die er gemakshalve (en mogelijk ook terecht) van uitgaat dat Wilders met 'tuig' vooral zoniet uitsluitend van elders afkomstige Nederlanders bedoelt. 

Aan bepaalde vergelijkingen valt moeilijk te ontkomen, zoals in de cartoon van Adriaan Soeterbroek op de VARA-weblog Joop.nl,  maar die noemt Wilders dan weer 'walgelijk' en 'ziekelijk'.

Toch denk ik dat hij het binnenskamers allemaal prachtig vindt: bot in de bek, lekker stoken, op tijd zelf het slachtoffer uithangen. Daar worden Wildersachtigen altijd beter van.


Adriaan Soeterbroek in Joop.nl

maandag 7 februari 2011

7 februari


Gezien: Rundskop, film noir in de ware zin, in een hard, lelijk, grijs-bruin-zwart decor waar de betere Belgische filmmakers een patent op hebben. Geen echte kleuren in Rundskop, of het zouden de rode lichtjes moeten zijn op de Chaussée d'Amour, maar ook die zitten weg achter Haspengouwse nevel. Bloedrood alleen als er echt bloed vloeit, tussen de benen van Christus aan zijn kruis, of uit de mond van kleine Jacky. Zo'n film die over iets gaat, die niet plakt van de kleffe kalenderplaatjes, waar wel iemand vermoord wordt, maar buiten beeld, en daar gaat het niet over. Waarin de acteurs voor een keer eens geen veredeld Antwerps praten, maar eerlijk Sintrùins of Kusts, en alleen als het nodig is, en dat is niet zo veel. Een film die begint met de moraal: gekloeët zé dzj' àltèèt. En kópt oer bèèn én ne bàànwienkel.*

(*Sint-Truidense aangepaste spelling, Sintrùinse Diksjònèèr, 't Neigemènneke, 1995).

zaterdag 5 februari 2011

6 februari

 
'Eén op de tien tieners verkiest communiceren via een sociaalnetwerksite boven reallifecommunicatie'. Mijn krant citeert een onderzoek van de Universiteit Antwerpen.
Communiceren via een sociaalnetwerksite, dat versta ik. Facebook en zo, Twitter. Ik heb dat nog nooit van dichtbij gezien, en zo is het goed, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Janneke is gisteren wezen zwemmen met Mieke, zie fotootje, het was weer keigezellig. Meer problemen heb ik met die andere negen tieners die zweren bij reallifecommunicatie. Vast weer een nieuwe trend, erg populair ook nog, en dit keer heb ik hem helemaal gemist. Wat is daar voor nodig? Een real life? Heb ik dat? Mogelijk niet. 'Get a life', hoor je wel eens. Misschien moet ik dat eerst maar eens doen.


vrijdag 4 februari 2011

4 februari



Hoe is 't? vroeg achter mij iemand aan iemand anders.
Dat gaat. Blij dat de winter voorbij is, was het antwoord.
De plaats van het gebeuren was de wekelijkse markt hier in S. Het was rond de middag, de zon scheen.
Heb je dat gehoord? zei ik tegen mijn gade. De winter is voorbij!
We vonden het allebei schitterend nieuws. Toen ik weer thuis was heb ik een boekje meegenomen naar buiten. Ik heb zitten lezen op de bank tegen de keukenmuur. Het leek best koud nog, maar dat was dus inbeelding.