Gezien: Rundskop, film noir in de ware zin, in een hard, lelijk, grijs-bruin-zwart decor waar de betere Belgische filmmakers een patent op hebben. Geen echte kleuren in Rundskop, of het zouden de rode lichtjes moeten zijn op de Chaussée d'Amour, maar ook die zitten weg achter Haspengouwse nevel. Bloedrood alleen als er echt bloed vloeit, tussen de benen van Christus aan zijn kruis, of uit de mond van kleine Jacky. Zo'n film die over iets gaat, die niet plakt van de kleffe kalenderplaatjes, waar wel iemand vermoord wordt, maar buiten beeld, en daar gaat het niet over. Waarin de acteurs voor een keer eens geen veredeld Antwerps praten, maar eerlijk Sintrùins of Kusts, en alleen als het nodig is, en dat is niet zo veel. Een film die begint met de moraal: gekloeët zé dzj' àltèèt. En kópt oer bèèn én ne bàànwienkel.*
(*Sint-Truidense aangepaste spelling, Sintrùinse Diksjònèèr, 't Neigemènneke, 1995).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten