donderdag 21 juli 2011

21 juli

 
Voel ik me nu in de eerste plaats Belg, of Vlaming, of Europeaan misschien? Of wereldburger? Misschien West-Vlaming, nog altijd?
Pardon, ik voel niks. Ik bezit een identiteitskaart van Belg. Ik heb die zelf niet gevraagd, men heeft me laten weten dat ik die moest gaan halen, op straffe van een boel narigheid.
Ik ben geboren in de provincie West-Vlaanderen, zoals ook mijn ouders en hun ouders. Ook die omstandigheid is niet aan mezelf te danken (of te wijten).
Ik woon in het deel van België dat tegenwoordig het Gewest Vlaanderen heet. Dat Gewest is een recent politiek-administratief-ideologisch-nostalgisch bedenksel, waar ik al evenmin iets bij voel, of het zou ergernis moeten zijn.
Wat Europa betreft, wil iemand mij eindelijk vertellen waar dat begint en vooral eindigt? Aan de Oeral? De Kaukasus? Voor mij niet gelaten, maar voelen - nee.
Wereldburger, dat zou mooi zijn. Alleen is daar is nog geen loket voor. Ook geen vlag of hymne, gelukkig. Ik vrees dat het niet meer voor mij is. Toch ben ik vast aan het oefenen. Heel af en toe, meestal 's ochtends na een goede nachtrust, bij een zacht gekookt eitje en een bakje koffie, wil het eens lukken. Dan voel ik me al een beetje wereldburger. Daar ben ik dan een beetje fier op.

dinsdag 19 juli 2011

19 juli




Gelezen, van Niccolò Ammaniti: Jij en ik (Io e te).
Een prachtig, klassiek opgebouwd en met grote beheersing geschreven verhaal over de jonge Lorenzo en zijn halfzusje Olivia, moeilijke kinderen elk op zijn manier, en de ouders die er als steeds volkomen hulpeloos bijlopen.

Ook gelezen, ook van Niccolò Ammaniti: Zo God het wil (Come Dio commanda).
Het valt een beetje tegen. Goed gevulde plot, daar niet van, en kleurrijke hoofdrollen: marginale, aan alcohol verslaafde of anderszins geschifte types, een sociaal werker die niet kan kiezen tussen god en Ida, de vrouw van zijn vriend, de directeur van de Dienst Gemeentelijke Gezondheidszorg. Twee wilde schoolmeisjes, waarvan een haar vader Stront noemt. Het gaat er ruig aan toe, er wordt gevochten, geschoten (op de hond van de oude Castardin), verkracht en gemoord. Ongelukken slaan toe, dom en wreed. De God uit de titel wordt vroeg of laat door iedereen te hulp geroepen: God, zeg mij wat ik moet doen! Maar ze hadden het kunnen weten, Hij is niet thuis.

Het is nogal veel, en het overspannen taalgebruik helpt niet. Rino kreeg het gevoel alsof iemand zijn buik had opengesneden en tegelijkertijd een sok door zijn luchtpijp had geduwd. Of:
Zijn ingewanden trokken samen in een pijnlijke kramp en zijn scrotum verschrompelde tussen zijn benen, terwijl de angst door zijn aderen kroop.

Wat ook niet helpt zijn de vele slordigheden in de Nederlandse vertaling (bij Lebowski Publishers in Amsterdam). Hij leidde aan een ernstige afwijking aan zijn hypofyse (...) De vertaler mag onder tijdsdruk gerust wat steekjes laten vallen, maar bij Lebowski hebben ze niemand om die weer op te rapen.

Is er niets goed? Rino Zena en zijn zoon Cristiano. Zij zijn echt goed. Goed en slecht zijn nooit wat ze lijken bij Ammaniti.

Niccolò Ammaniti, Jij en ik
Niccolò Ammaniti, Zo God het wil

woensdag 13 juli 2011

13 juli

 
Wetten heten ingewikkeld te zijn, op het onleesbare af. Eenieder wordt geacht de wet te kennen, zegt men dan, maar probeer hem maar eens te verstaan. Daar zijn advocaten voor: om de wet te lezen, liefst op de manier die hun klant, pardon cliënt, en uiteindelijk henzelf het beste uitkomt.


Toch zijn er wel simpele wetten. Ik kwam er een tegen in de Libération, in een stuk over de scheiding tussen kerk en staat. Het ging over de basiliek van Notre-Dame de Fourvière in Lyon, een pompeus bouwsel dat hoog boven de stad uitsteekt, zoals kerken dat graag doen.

De Fourvièrestichting, eigenaar van de site, wilde een lift bouwen om de mensen, ook in een rolstoel, makkelijk naar de basiliek te brengen. In april 2002 heeft de gemeenteraad van Lyon een subsidie aan de stichting goedgekeurd.

Maar de Fédération de la libre-pensée van het departement Rhône heeft daartegen een klacht neergelegd. De stad Lyon hoort geen geld te geven om gelovigen naar de kerk te brengen, zegt de federatie. Dat is tegen het beginsel van de scheiding van kerk en staat, en tegen de wet van 9 december 1905: la République ne reconnaît, ne salarie, ni ne subventionne aucun culte.

Ziedaar een glasheldere wet. Toch vindt de procureur public dat de steun voor de lift OK is. De basiliek is niet alleen een culturele maar ook een toeristische plek, zegt de procureur. De installatie van een lift kan de plaatselijke economie ten goede komen, en dient verder ook het 'algemeen belang'. Ach het zal wel.

Uitspraak einde juli, voor de gerechtelijke vakantie van augustus, ruim negen jaar na de stemming in de gemeenteraad. De Franse wet mag dan simpeler zijn dan bij ons, veel sneller lijkt hij niet te werken. 

 

zaterdag 9 juli 2011

9 juli

 
Ik heb een foto genomen met dertien parapenters erop. Ze zweefden in kennelijke staat van verrukking door de avondlucht, bengelend van grote lappen stof in uiteenlopende kleuren, als zovele beddelakens. Ze noemen het een extreme sport, maar als je de verrekijker erbij haalt, of je loopt naar zo'n weitje waar ze moeten landen, dan blijkt dat die parapenters in een soort luie stoel zitten te hangen. Daar is weinig extreems aan, en ook niet zoveel sport, denk ik dan met mijn altoos maar slechter wordend karakter.

Het woordje sport is mogelijk een van de meest bedrieglijke marketingvondsten. Loop ik daar over zo'n bergwegeltje naar de lucht te kijken, met mijn fototoestelletje en mijn verrekijker, en voor ik het weet beoefen ik de wandelsport, weliswaar als recreant, maar het zou toch geen kwaad kunnen als ik me een beetje wandelsportuitrusting zou aanschaffen, zoals twee van die omgebouwde skistokken, en een paar wandelschoenen, en wandelsokken, en een set gore-tex ondergoed, een lichtgewicht rugzakje met dito veldfles, een kompas, een pakje snelle suikers, en nog een half dozijn accessoires waar ik zelfs het bestaan niet van ken. Geen nood, de gepaste winkelier zal ze me wel verkopen.

zondag 3 juli 2011

3 juli

 
In de Franse Libération van 2/3 juli las ik een stuk over de recentste ontwikkelingen in de affaire van Dominique Strauss-Kahn (La droite se tait pour ne pas déraper). Hoe rechts in Frankrijk nu blij is dat ze zich al die tijd zo gereserveerd hebben opgesteld. Als Strauss-Kahn plots buiten vervolging wordt gesteld, zullen zij tenminste niet gedwongen worden tot un rétropédalage embarassant.

Kijk dat is nu eerlijk taalgebruik.

Op een mooie dag zal iemand met meer werkijver dan ik zich zetten aan het opstellen van een Woordenboek Bedrieglijk Taalgebruik. Alfabetisch gerangschikt, rijk voorzien van definities en citaten uit gedrukte en digitale media, zal er een lange lijst in staan van woorden en frases die kwakzalvers en kleine charlatans gebruiken om brave lieden moedwillig een oor aan te naaien.

Zo zal er onder de V te vinden zijn: voortschrijdend inzicht.
Als citaat zal er de uitspraak in staan van een voormalig vrt-journalist in het vrt-programma Villa Politica van 16 juni 2011:
"Ik beken dat ik daar fors in geloofd heb, maar er bestaat ook zoiets als voortschrijdend inzicht, namelijk inzien dat het niet klopt, dat het niet juist is."

Waar de voormalige journalist vroeger in geloofde was het socialisme. Tegenwoordig gelooft hij in het Vlaams-nationalisme. Niemand zegt dat deze nouveau flamingant, als zijn inzicht nog wat verder voortgeschreden is, zich op een mooie dag niet tot pakweg de christendemocratie bekent, als zou blijken dat ook het Vlaams-nationalisme niet klopt, dat het niet juist is.

In minder bedrieglijk taalgebruik zou men zeggen dat zo iemand zijn kar draait, zijn frak volgens sommigen, of zijn kazak. Van mij mag het allemaal, maar het zou mogen leiden tot enige bescheidenheid. Blijf een tijdje binnen, denk nog wat langer na, hou vooral even je mond.

Niks te voortschrijdend inzicht. Rétropédalage embarassant, dat lijkt er beter op.