Gelezen, van Niccolò Ammaniti: Jij en ik (Io e te).
Een prachtig, klassiek opgebouwd en met grote beheersing geschreven verhaal over de jonge Lorenzo en zijn halfzusje Olivia, moeilijke kinderen elk op zijn manier, en de ouders die er als steeds volkomen hulpeloos bijlopen.
Ook gelezen, ook van Niccolò Ammaniti: Zo God het wil (Come Dio commanda).
Het valt een beetje tegen. Goed gevulde plot, daar niet van, en kleurrijke hoofdrollen: marginale, aan alcohol verslaafde of anderszins geschifte types, een sociaal werker die niet kan kiezen tussen god en Ida, de vrouw van zijn vriend, de directeur van de Dienst Gemeentelijke Gezondheidszorg. Twee wilde schoolmeisjes, waarvan een haar vader Stront noemt. Het gaat er ruig aan toe, er wordt gevochten, geschoten (op de hond van de oude Castardin), verkracht en gemoord. Ongelukken slaan toe, dom en wreed. De God uit de titel wordt vroeg of laat door iedereen te hulp geroepen: God, zeg mij wat ik moet doen! Maar ze hadden het kunnen weten, Hij is niet thuis.
Het is nogal veel, en het overspannen taalgebruik helpt niet. Rino kreeg het gevoel alsof iemand zijn buik had opengesneden en tegelijkertijd een sok door zijn luchtpijp had geduwd. Of:
Zijn ingewanden trokken samen in een pijnlijke kramp en zijn scrotum verschrompelde tussen zijn benen, terwijl de angst door zijn aderen kroop.
Wat ook niet helpt zijn de vele slordigheden in de Nederlandse vertaling (bij Lebowski Publishers in Amsterdam). Hij leidde aan een ernstige afwijking aan zijn hypofyse (...) De vertaler mag onder tijdsdruk gerust wat steekjes laten vallen, maar bij Lebowski hebben ze niemand om die weer op te rapen.
Is er niets goed? Rino Zena en zijn zoon Cristiano. Zij zijn echt goed. Goed en slecht zijn nooit wat ze lijken bij Ammaniti.
Niccolò Ammaniti, Jij en ik
Niccolò Ammaniti, Zo God het wil
Geen opmerkingen:
Een reactie posten