maandag 20 augustus 2012

20 augustus

 

Het is een boom, opa, zeggen de kleintjes.
Nee, zegt opa. Het is een koe.
De boom of de koe staat hoog op een heuvelrug aan de overkant van de rivier. Zijn of haar silhouet steekt haarfijn af tegen de avondlucht. Ze raken er niet uit.


We kunnen wedden, zegt opa.
Wedden? Opa legt het uit.
Waar wedden we voor?
Twee weken afwassen, zeggen de kleintjes.
Dat vindt opa een roekeloze inzet.
Twee keer de tafel dekken, stelt hij voor.
En ook twee keer afruimen, is het tegenbod.
Er wordt gewed. Opa haalt de verrekijker tevoorschijn. Het is een boom.
Niet helpen, oma, vermanen de kleintjes na het ontbijt. Opa moet afruimen.
Maar het is goed bedoeld. Dan moet hij nog maar één keer, zeggen de kleintjes. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten