Mijn
auto is binnen voor herstel. Ik heb een ruilauto gekregen. Als
ik die auto start, doet hij piep-piep. Dat wil zeggen: je gordel! Een
korte waarschuwing voor mogelijk vergeetachtige lieden, dat is attent
van die auto.
Helaas,
een minuut na het starten, als ik de gordel nog niet om heb, begint
de piep-piep opnieuw, nu in reeksen van vijf: piep-piep, piep-piep,
piep-piep, piep-piep, piep-piep. En na een heel korte pauze weer:
piep-piep, piep-piep, piep-piep, piep-piep, piep-piep. En dan nog
eens: piep-piep, piep-piep, piep-piep, piep-piep, piep-piep.
Enzovoort.
Nu
weet ik wel, dat het veiliger is om met de gordel om te rijden. Dat
het illegaal is om dat niet te doen. Dat ik een boete kan krijgen.
Fair
enough,
zeggen de Engelsen. Maar dat is wel genoeg. Ik hoef geen betuttelende
meerijder. Al helemaal geen elektronische, irritante, spraakgestoorde
betuttelende meerijder die alleen maar piep-piep kan zeggen.
Een
korte preventieve piep-piep als ik instap, oké. Een repressieve,
niet aflatende, mij moedwillig irriterende piep-piep, dat is er één
te veel. Dan word ik opstandig. Fuck
de gordel, zeg ik dan. (De kleinkindjes rijden niet mee. Als ze dat
wel doen, zeggen ze: 'Opa, je gordel!')
Zo
ben ik vanochtend naar de garage gereden, het piep-piep van mijn
ruilauto straal negerend. Het mooie was, dat ik het na een tijdje
niet meer hoorde, zoals ook thuis de bom-bom van de hangklok als het
twee uur is. En dan ben ik in mijn eigen gerepareerde auto naar huis
teruggekeerd, gordel om. Dat vond ik zelf zo het beste.