woensdag 13 februari 2013

Taaltips: Op café


In het weekendmagazine van De Morgen geeft een bekend iemand die ik niet ken een half dozijn adressen waar ze graag iets gaat eten of drinken. Dat wil ik lezen, want ik eet en drink ook graag iets.

Een adres valt af, omdat het in Berlijn is.
Een tweede ook. 'Het publiek bestaat voornamelijk uit locals en vooral het interieur is charmant', maar het is wel in Montmartre, waar inderdaad meer locals wonen dan bekende Vlamingen. Dat is in Kemzeke niet anders. 

Blijven vier plekken over in en om Antwerpen.
Twee om te eten, en twee om te drinken, een 'toffe plek', verder ook 'heerlijke no-nonsenseplek' genoemd, en 'een nieuwe, leuke koffiebar bij ons in de buurt'.

Die laatste heeft eindelijk mijn aandacht, niet alleen omdat de bekende schrijfster er 'altijd een latte' drinkt, maar vooral hierom: 'Op vrijdag organiseert de uitbater een afterwork, dan kun je cava drinken en worden er hapjes geserveerd'.

Daar moet ik direct naartoe. Niks tof of no-nonsense, maar een ongegeneerde snobtent, waar je na het werk een afterwork meepakt met cava of latte.

Latte, zo weet de incrowd, is koffie, die 'melk' genoemd wordt omdat er ook melk in is, maar dan in het Italiaans. Volgens hetzelfde principe zou je soep met balletjes balls kunnen noemen, ik zeg maar wat, en geheel terzijde.

Latte wordt door nouveau-riche angelsaksers wel eens latté of lattè gespeld, omdat ze denken dat dat zo hoort in het buitenlands. Voor dit soort provinciaal taalgebruik, waar beginnende social climbers steevast mee door de mand vallen, heeft het Engels het woord hyperforeignism: willen uitpakken met een vreemd woord, maar het niet kunnen, zoals panini's.

Voor hyperforeignism heb ik geen Nederlands woord gevonden. Voor afterwork overigens ook niet. Ik stel achterwerk voor. Ik weet dat het al iets anders betekent, maar dat is met woorden geen probleem, kijk maar naar muis of vogelaar. Polysemie gewoon, niks aan. Oké, op nu naar het snobcafé!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten