zaterdag 13 september 2014

13 september


On va se baigner, zeggen de Fransen. Het werkwoord roept onweerstaanbaar beelden op van dames in overdadige badkostuums, heren met gekrulde snorren in een gestreept 'eendelig badpak met knielange pijpen en korte mouwen'*, die zich te water begeven in het Coxyde van de Belle Epoque. Se baigner is een ernstige bezigheid, die niets te maken heeft met het proestend en spetterend vertoon waar hedendaagse strandgasten zich aan overgeven. Men waadt kniediep of desnoods heupdiep de zee in, en kuiert vervolgens bedaard evenwijdig met het strand op en neer in het water, luchtig keuvelend met een of meerdere medebaders of -baadsters. Zo zie je het nog altijd, hier aan de Etang de Thau. De badpakken zijn wat coulanter geworden, maar het baden heeft verder niets aan sĂ©rieux ingeboet. Zwemmen? Dat is voor toeristen zoals ikzelf, uitslovers die te diep de zee ingaan, en dan door de redder in zijn bootje vriendelijk maar kordaat worden teruggeroepen. U bent de gele boeien voorbij, zegt de redder. U bevindt zich in de zone des pĂȘcheurs. Ik excuseer me, ik zeg dat ik het niet gezien had. Ce n'est pas grave, zegt de redder vaderlijk. Hij wijst me nog eens goed waar ik precies mag zwemmen. En voor hij zijn bootje wegstuurt roept hij nog: Bonne baignade! Het is vast een tactvolle terechtwijzing. Zo'n baignade als de mijne lijkt inderdaad nergens op.

* Koninginnen aan de Noordzee - Scheveningen, Oostende en de opkomst van de badcultuur rond 1900, red. Ben de Pater en Tom Sintobin

Geen opmerkingen:

Een reactie posten