Als ik straks weer van vakantie thuis kom, wordt het zaak iets om
handen te hebben. Niet evident, sinds ik nu zes jaar geleden
officieel op rust ben gesteld. Het valt niet mee om uit het absolute
far niente zomaar een zinnige tijdsbesteding te verzinnen. Die
liefst nog iets opbrengt ook, dat mag tegenwoordig. Wel niet in
dienstverband. Als ik iets doe, zal ik mijn eigen baas zijn. Een
ondernemer, als het ware.
Het klimaat in het thuisland is gunstig, verneem ik. Ik zou mezelf
als vlaggenverkoper in de markt kunnen zetten. Ook daarvoor is het
klimaat gunstig. Ik laat ze voorlopig nog maken in een veraf
lageloonland, in afwachting van de dag - men zegt dat hij nu snel
naderbij komt - dat ook in mijn land de lonen weer betaalbaar worden.
De vraag naar vlaggen boomt, de trend is opwaarts. Schotse,
Catalaanse, Baskische, Bretoense, Padaniaanse, wie weet binnenkort
Friese en Beierse vlaggen, zelfs Vlaamse, hoewel de markt daar
stilaan wel verzadigd lijkt. Oekraïense, Krimse en Donetskese
vlaggen. Dat is dan nog maar Europa, maar verder hoef ik ook niet te
gaan.
De tijd komt dat elk dorp, elke wijk, elke straat vendelend en
vaandelzwaaiend zijn eigen identiteit uit zal willen dragen: wij zijn
de sympathieke gasten van de Gasmeterstraat, verwar ons niet met de
dikke nekken van de Burgemeester Valère De Wildestraat, of de
zuurpruimen uit de Gladiolenlaan.
Nu nog even niet, ik ben nog op vakantie, maar de dag dat ik thuiskom wil ik dat eens goed bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten