donderdag 20 november 2014

19 november


'Roken werkt zeer verslavend. Begin er niet aan!' Een wijze vermaning. Zelf heb ik het indertijd ook gedaan. Ik was voorbestemd, opgroeiend in een winkel van rookgerief. Op mijn veertiende kreeg ik een doos met honderd Laurens 48 filtersigaretten cadeau. Het was tijd, vonden ze thuis, dat ik eraan begon. En verslavend was het. Het heeft tot voorbij mijn veertigste geduurd voor ik er weer van af was. Dus hou ik nu rokende mensen staande op straat, jong en oud, en ik spreek ze als volgt toe: 'Begin er niet aan!', zeg ik. Maar haast altijd halen ze de schouders op. 'Ja, ja', zeggen ze vermoeid. 'Roken werkt zeer verslavend'. Ze weten het al. Natuurlijk. Het staat in grote letters op het pakje sigaretten dat ze net nog gekocht hebben. Ik zie het tafereel voor me. 'Een pakje rode Bastos', zegt de klant. 'Alstublieft', zegt de sigarettenboer. 'Zes euro dertig cent. En je weet het', voegt hij eraan toe. 'Begin er niet aan!'

dinsdag 18 november 2014

18 november


Ik loop door de winkelstraat van S (er zijn nog winkelstraten, maar die zijn niet de winkelstraat van S) en wat zie ik daar in een etalage aan mijn linkerkant, even voor de markt? Wij wensen u een mooi 2015. De wanhoop van de middenstanders! De radeloosheid! De vertwijfeling! Koop uw kolen in de zomer, was het vroeger, dat was tenminste een goede raad.

Een mooi 2015, op 18 november? De pompoenen zijn amper binnen. Het is tijd nu voor Sinterklaas. Een beproefd stuk buitenaards theater, waar de laatste jaren een nieuw bedrijf aan is toegevoegd: ruzie over de correctheid of anderszins van Zwarte Piet. Zo mogen ook de kranten nog wat aan de Sint verdienen.

Wat moet ik daar van denken, van die Piet? Mag hij Zwart zijn of niet? Eerlijk gezegd, ik vond van wel. Maar als ook Het Laatste Nieuws een stukje heeft waarin Hilde Sabbe aanraadt het Pietgebeuren eens 'tegen het licht te houden', tja. 

En zo kan ik niet meer op mijn gemak eens door de winkelstraat van S lopen, zonder mezelf te kwellen met allerlei dilemma's. Mogen dik gebuisde eerstejaarsstudenten hun jaar overdoen of niet? Moeten tweeverdieners nog kindergeld krijgen of niet? Kunstenaars subsidie, of niet? Moet het leger nieuwe jets kopen of niet?

Moet die Singender Neonazi - naar het schijnt stichtend lid van het Verein zur Rehabilitierung der wegen Bestreitens des Holocaust Verfolgten - nu kunnen optreden in het museumtheater van mijn stad (op 6 december nota bene), of niet? Nu dat laatste is makkelijk: niet. Zo'n bruinzwarte piet willen we niet.

dinsdag 11 november 2014

11 november


Tot volgend jaar! las ik boven de uitgang bij het verlaten van Antwerp Expo. Ik dacht: misschien niet. Eén Boekenbeurs om de tien jaar is een goed gemiddelde. Dan ben je toch weer vergeten hoe het er op de beurs aan toegaat: tijd om nog eens te gaan kijken.

Maar nog voor ik goed binnen was, riep ik: nee, niet weer! Het was net als de laatste keer, met nog meer volk, nog meer kookboeken. Honderden standjes, elk met zijn sterauteurs, zijn gadgets, zijn hostesses (Mijnheer! Leest u Gazet van Antwerpen al?), zijn hoogst originele blikvangers - een echte wandelende Jommeke met wie ik op de foto mocht.

Wat komen al die mensen hier doen? Handtekeningen verzamelen, een selfie maken met Herman Brusselmans, eten en drinken, een boek kopen, hun gratis Grimbergen oppikken. Op de Boekenbeurs zijn, quoi.

Wat kom ik hier doen? Goede vraag, maar het antwoord gaf ik al: ik kom nog eens kijken hoe de Boekenbeurs eruitziet. Dat is dan gebeurd. De Boekenbeurs ziet er niet goed uit. Dat was de vorige keer net zo, alleen wat minder. Ik haast me naar buiten. Daar lees ik boven de uitgang: Tot over tien jaar!

zaterdag 8 november 2014

8 november


Yves Leterme leeft nog. Ik heb hem laatst gezien op de televisie, en jongens wat zag die man er goed uit. Hij leek twintig jaar jonger dan in de nadagen van zijn premierschap, toen hij grauw en gram en grimmig door de Wetstraat liep. Baas zijn van België, dat was echt geen job voor Yves. 

Ik had het niet zo voor Leterme. Ik neem het hem nog altijd kwalijk dat hij - een Standardsupporter! - zijn ziel verkocht aan de flaminganten. Zij mochten de staart worden van zijn hond, als paars maar gebroken werd. Voor Yves het wist, was hij zelf staart geworden. Niemand kreeg de hond weer in zijn hok.

Nu is Leterme dus teruggekeerd, verjongd en verlicht en vervrolijkt, en hij vertelt honderduit over zijn nieuwe werk in Zweden, waar hij nu baas is van de Internationale Intergouvernementele organisatie voor Democratische en Electorale Assistentie. Een beetje moeilijk, maar daar is Yves nooit bang voor. Ik denk dat hij dat goed doet, dat nieuwe werk. Dat hij beter op zijn plaats zit daar in Stockholm dan in Brussel. Hoewel, Brussel. Er zijn er die zeggen dat de baas van België nu kantoor houdt in Antwerpen.

dinsdag 4 november 2014

4 november


Hoe Vlaams is mijn Nederlands? Sinds vanochtend weet ik het: 27%. Is dat veel? Het valt wel mee: mijn Standaardnederlands heeft een licht-Vlaamse toets. Nederlanders zullen nu en dan een woord van mij kunnen leren. Twee procent minder, en mijn Standaardnederlands was niet of nauwelijks Vlaams gekleurd. Ik werd moeiteloos begrepen over de grens.

De grens met Nederland, wordt hier bedoeld. Die grens steek ik niet zo vaak over. Als het toch gebeurt, ga ik veelal naar Hulst, waar het Nederlands al net zo Vlaams kleurt als hier. Vaker steek ik de grens met Frankrijk over. Zo ik daar al begrepen word, moeiteloos zeker niet, al kunnen de Fransen dat goed wegstoppen, dat ze je niet verstaan hebben.

Het had erger gekund: 'Uw Standaardnederlands is vrij Vlaams. Nederlanders zullen uw woordgebruik merkwaardig óf schattig vinden.' Dat is 51 tot 75%. Ik heb liever niet dat iemand mijn woordgebruik schattig vindt. Dan lijkt het me beter dat ze me gewoon niet verstaan. Dat gaat ook, ik heb het in Italië nog meegemaakt.

Het had nóg erger gekund: 'Uw Standaardnederlands is heel Vlaams. U bent een prima ambassadeur van het Vlaams.' Dank u wel. Als dat zo zou zijn, begon ik vandaag nog Esperanto te leren.

Wat is overigens 'het Vlaams'? Die vraag kun je stellen aan mensen die hier uit het buitenland arriveren en Nederlandse lessen volgen omdat ze de taal van het land willen leren. Dat gaat vaak verbluffend goed, maar gaan ze na afloop iets drinken in de kroeg op de hoek, dan blijkt iedereen daar iets heel anders te spreken. Dat is dan Vlaams, en ze verstaan er geen bal van.

zondag 2 november 2014

3 november


Laatst liep ik in de supermarkt tegen een mij onbekend Belgisch bier aan. Het was genoemd naar een dorp in West-Vlaanderen, dat ik hier niet wil noemen. Op het etiket stond het silhouet van 'historisch correcte' soldaten aan het front van 1914-18, tegenwoordig steevast 'de Groote Oorlog' genoemd, met twee o's. Er stond ook een historisch correcte klaproos op, in dit geval vast een poppy.

Nog op hetzelfde etiket stond het verzoek om een minuut stilte in acht te nemen bij het openen van de fles, 'to commemorate those who fell on the battlefield'. In het Engels, omdat het bier nu eenmaal mikte op het marktsegment van Engelse oorlogstoeristen. Om die reden werd het ook verkocht in een halveliterfles.

Over smaak valt niet te redetwisten, ook niet over slechte smaak, over smakeloosheid al helemaal niet. Je zou de bedenkers van dat bier, naast totale smakeloosheid, ook opportunisme kunnen verwijten, cynisme, obsceen mercantilisme, lijkenpikkerij, mogelijk een hang naar necrofilie. Maar de kans is groot dat ze geen van die woorden begrijpen. Wat overblijft is: domheid.

Een meer gepaste manier om de gevallenen op het slagveld te herdenken is al vast om dit degoutante product te negeren, samen met alle andere toeristo-commerciële strapatsen waar sommigen zich dezer dagen mee opgeilen aan de ellende en de dood van zo vele mensen.