zaterdag 30 mei 2015

29 mei


Af en toe heb ik dat wel: ik lees een boek, en ik vind het zo goed, ik zeg: kijk, zo'n boek, dat heb ik nog nooit gelezen. Dat is het beste boek dat ik ooit gelezen heb. Vaak al de tweede keer: Het verdriet van België, De Kapellekesbaan, London Fields. Nu weer Kalme chaos. Dat is echt wel het beste boek. Sandro Veronesi is een magiër.

'Begrijpt u?', schrijft hij op pagina 203, en ik ben in de war. Wie is hier aan het woord? Pietro Paladini, de verteller, voert een monologue intérieur, terwijl hij een grote portie overheerlijke spaghetti verorbert. Maar tegen wie heeft hij het dan ?

'Begrijpt u? Ik at die berg spaghetti en dacht aan niets anders meer. Ik dacht alleen hoe lekker het was en wat ik moest doen om hetzelfde gerecht nog eens te kunnen eten, en nog eens en nog eens.' 

Tegen niemand, zo blijkt. Of toch: hij heeft het tegen mij. Foert, perspectief, denkt Veronesi. Hij is zo in de ban van zijn eigen verhaal, hij vergeet even wie hij is. Hij kijkt van zijn laptop op, richt zijn blik op mij. 

'Begrijpt u?', zegt hij, en dan, zich weer herinnerend dat hij de schrijver is, schrijft hij het op. 'Begrijpt u?', schrijft hij. Ja ik heb het begrepen. Sandro Veronesi is een magiër.

28 mei


De ober van het terras met de mooie Italiaanse naam die ik helaas vergeten ben heeft de kunst van het converseren tot dicht in de buurt van de perfectie uitgepuurd. 'Sieur dame', zegt hij, ons begroetend. Wij retourneren zijn groet, mijn gade bestelt een glas wijn. 'Ça marche', zegt de ober, en kijkt naar mij. Ik wil een café allongé. 'Ça marche', zegt de ober, en marcheert af. Wat later horen we hem bij een naburig tafeltje. De mensen bestellen iets. 'Ça marche', zegt de ober. Kijk zo heb ik dat graag. Vriendelijke bediening, niet te veel woorden.

zondag 17 mei 2015

17 mei


Als de versleten krakkemikkige rode plastic stoeltjes en tafeltjes nog altijd niet vervangen zijn, dan weet je dat het weer een goed jaar wordt. Het is een bang moment, als we de hoek om komen gelopen, mijn gade en ik, en na weer een lange winter ons oog laten vallen op het terras met zicht op de bassin. Nee dus. Bij Sun Beach hebben ze wel geïnvesteerd in potig terrasmeubilair, in tinten van zwart en grijs zoals dat tegenwoordig mooi heet te zijn. Laat ze maar. Wij strijken neer au Tambourin, voor een glas roséwijn en een sirop de citron. Vele kindjes stoeien aan de waterkant, het is zondag. A demain, zeggen we later tegen de patronne, maar dat was fout. Ah non, zegt ze. Demain, c'est le repos du guerrier. Rustende krijgers, men mag ze nooit verstoren.

zaterdag 16 mei 2015

16 mei


Vandaag zijn twee eekhoorns met nest en al uit de boom gedonderd. Een mannetje en een wijfje. Het waaide hard. Zelf kreeg ik het nest ei zo na op mijn kop. De goede lieden van de Ligue pour la Protection des Oiseaux zullen écureuils no. 378 en 379 het flesje geven, en ze na een week of drie in de bomen loslaten. Als eerlijke vinder mag ik de komende weken per e-mail naar het verloop van de reddingsactie informeren. Wanneer zouden ze tandjes krijgen?

(met dank aan Carole)

vrijdag 15 mei 2015

15 mei


Vandaag geleerd dat champagne socialists in het Frans la gauche caviar heten. Dat stond in Libération, zelf ook een behoorlijk gauche krant. Die zat ik maar even te lezen op een bankje in de wind, met uitzicht op het haventje vol dobberende zeilbootjes. Niet een decor voor de verworpenen der aarde, ook. Meer The Financial Times, een blad van echte caviareters. Maar ik zat daar stil, en de mensen hebben mij gerust gelaten.

donderdag 7 mei 2015

7 mei


Kranten lezen gebeurt op eigen risico. Van moedeloosheid, of van totale wanhoop. Dan gaat het niet over de sportveslaggeving of het economisch nieuws, hooguit goed voor wat onbestemde neerslachtigheid. Het botte geweld, de onversneden kwaadaardigheid, de wreedheid, het bloedstollende cynisme: het is de slechtheid van zo vele mensen die altijd weer de adem afsnijdt.

Hoe kan dat toch? Ja, er zij goede en slechte mensen. Zo'n acht procent is echt goed, vond Harry Mulisch, of toch zijn personage Onno Quist in De ontdekking van de hemel. En acht procent is door en door slecht. De rest weet het niet zo goed, en kan even goed met de eerste als met de laatste acht meelopen. Elke dertiende mens moet je dus in de gaten houden, zei Mulisch, voor het gemak even afrondend naar boven.

Tot zover heb ik het wel begrepen. Maar toch: als de goede mensen een wereld voorstaan die aantoonbaar beter is dan die van de slechte: vrediger, mooier, duurzamer, aangenamer, hoe komt het dan dat zij die vierentachtig twijfelaars niet achter zich kunnen krijgen, of toch niet genoeg ervan om de verziekers, de verneukers, de verkloters eens en voor goed opzij te zetten?

Het komt wel goed, zegt Rutger Bregman in De geschiedenis van de vooruitgang. De wereld wordt met de dag beter, het gaat alleen traag. Wie achterom kijkt, ziet dat het vroeger nog een hoop slechter was. Dat zal dan wel. Té traag, vind ik toch.

Be good, zeggen de Engelsen. Maar wij zeggen: braaf zijn. Zou het daar kunnen zitten? Het misverstand dat goede mensen ook brave mensen zijn, en dus altijd maar op hun kop laten zitten? Mogelijk is acht procent van de mensen te goed opgevoed: beleefd blijven, niet dringen, niet tegenspreken. Dat vinden die andere acht prima. Zo bekeken gaat het minder over goed en slecht, dan over zwak en sterk.

The hammers and the nails, zo heb ik de mensheid ook nog horen indelen. Tja. Ik zei het al: van kranten lezen word je niet vrolijk.