donderdag 22 oktober 2015

21 oktober


Mijn tuin is geen boomgaard. Er staan te weinig bomen in. Twee. Een appelaar en een hazelaar (Corylus avellana). Die laatste is dan nog geen boom, maar een heester, uit de familie van de berken (Betulaceae). Verder heeft mijn buur een kastanje. Zijn boom staat vlak achter mijn kippenhok, en leunt een flink stuk naar mijn kant over.

Het is een tamme kastanje (Castanea sativa), waar de vruchten dezer dagen bij bosjes uit neervallen. Hetzelfde kan gezegd worden van mijn appelboom. Een en ander houdt in, dat mijn gade en ik tegenwoordig het betere deel van de dag doorbrengen met het verwerken van deze abundante oogst, de appelen tot moes, de kastanjes tot puree.

De appelen vallen nog mee, als je de afwas en het plakvrij maken van de keuken na elke moessessie niet meerekent, en ook niet dat er zo véél zijn. Wat de puree betreft: Het is wel lastig om de hete, gekookte kastanjes te pellen. Het citaat is uit Wikipedia, een bedrieglijk understatement, en er zijn nog meer kastanjes dan appelen. (Over de hazelnoten geen kwaad woord. Pellen, kraken, opeten. De rest in het mandje, dat blijft lang goed.)

Ik probeer de laatste dagen na elk bezoek aan de tuin de doos met weer een vracht vruchten aan het oog van mijn gade te onttrekken. 'Kijk eens!', roep ik, en laat haar het eitje zien dat ik net uit het kippenhok heb geraapt. Een doorzichtig afleidingsmaneuver, ik weet het. Mijn gade doorziet het. Maar wat kan ik meer doen dan mijn best?

PS
Hopen dat de kastanjeboom op een mooie dag doodgaat is geen optie. De tamme kastanje heeft een levensduur van circa 500 -1500 jaar. Alweer Wikipedia, waar ik natuurlijk ook mijn Latijn hierboven van heb. Daar is niets mis mee. Heel weinig mensen halen hun kennis niet ergens anders dan bij zichzelf vandaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten