Er
hangen drie mezenbolletjes in de appelboom, maar dat in het midden
voor wie goed kijkt is geen mezenbolletje, het is een hard gekookt
ei. Ik heb het zelf gekookt, tien minuten, en vervolgens in een potje
met kleurstof gelegd, zes minuten. Dan heb ik het ei in het groene
plastic netje gedaan waar eerder het vet en de graantjes voor de
mezen in zaten, en in de boom opgehangen.
De
kindjes lopen in de tuin rond. Er zijn vier kindjes, vierentwintig
eieren. Twaalf zitten aan de rechterkant van de tuin verstopt, twaalf
aan de linkerkant. Dit jaar zitten de eieren elk in een plastic
zakje, tegen de regen, daar gaat de kleurstof van lopen.
De
zoekers vormen twee teams, twee zussen, een zus en broertje, elk team
heeft een mandje. Als de eieren allemaal terecht zijn, ook dat dat
een beetje bedrieglijk in de appelboom hing, gaat iedereen binnen voor het ontbijt.
De
papa's en de mama's en opa en oma en de kindjes, die intussen geen
kindjes meer zijn, maar kinderen, in diverse maten, van wie de
grootste al een zoen kan krijgen zonder dat iemand zich nog hoeft te
bukken, alleen papa een beetje, die is dan ook de langste aan de hele
ontbijttafel.
Wie
heeft het gedaan? Niet de haas of de klokken, dat is al veel vroeger
vastgesteld. Maar Pasen staat als een huis, en na afloop: de nieuwe
groepsfoto.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten