Ik
krijg een brief met een foto. De brief is van drie oude kameraden,
met wie ik vijftig jaar geleden op school zat. De brief zegt dat ik op 11 november welkom
ben in de school 'voor een babbel over het wel en wee van
vroegere vrienden' en voor 'het ophalen van herinneringen'. Ik krijg
ook 'een receptie, een rondleiding op het domein en een
feestmaaltijd'. 'Onder meer', staat er nog bij, waarmee naar ik
vermoed een misviering wordt bedoeld.
De
foto toont vijf achter elkaar opgestelde in de hoogte oplopende rijen
achttienjarigen, keurig in de kleren, sommige met stropdas, andere
zonder. Die op de eerste rij zitten op een stoel, met gekruiste benen
en armen de fotograaf ernstig tegemoet kijkend. Zij zijn de slimste
jongens van de klas, meisjes bestonden niet in de school,
zij mogen hun plaats op de ererij delen met diverse heren van
onbestemde leeftijd van wie de meeste geen stropdas dragen maar wat
de Engelsen treffend een dog
collar
noemen, ten teken van hun bijzondere status: dit zijn geen mijnheren,
dit zijn eerwaarde heren.
Klik om te vergroten |
Het
tafereel straalt weinig vreugde uit, men speurt vergeefs naar enige
levenlust, laat staan de gretigheid die hoort te horen bij de aanvang
van het echte leven buiten de muren van de school. De
overheersende tinten zijn grijs en zwart, het faux air van sérieux
blijft steken in het vertrapte gras en in het hoog kwajongensgehalte
van de meeste gefotografeerden, zoals ook het jongetje helemaal
bovenaan in het midden van rij vijf, vlak naast de boom, je zou
zeggen: een stand-in uit een lager leerjaar, in extremis van de
speelplaats geplukt om een afwezige rijpere scholier te vervangen.
Welke herinneringen aan de school wil ik op 11 november ophalen? Wil ik een rondleiding op het domein, waarvan de treurnis mij na vijftig jaar onverminderd toewaait in een melange van wierook en weilucht? Een heilige mis, nog een, nog een keer Spreek Geer, uw dienaar luistert?
Welke herinneringen aan de school wil ik op 11 november ophalen? Wil ik een rondleiding op het domein, waarvan de treurnis mij na vijftig jaar onverminderd toewaait in een melange van wierook en weilucht? Een heilige mis, nog een, nog een keer Spreek Geer, uw dienaar luistert?
Een
babbel met de vrienden van vroeger zou me wel zinnen, ik zie menigeen
op de foto met wie ik graag nog een boompje op wil zetten. Niet om te
vragen wat ze nu doen: En
wat doet gij nu?,
zoals vijfentwintig jaar geleden, toen ik net zo'n brief kreeg en er
wel op af ging, want net als ik doen
zij allemaal inmiddels niet veel meer, dat krijg je na nog eens
vijfentwintig jaar. Wel hoe het gaat met de vrouw, de kinderen, de
kleinkindjes, met de gezondheid, en waar ze wonen en of het daar goed
is. Een volgende keer misschien, in 2041, maar graag
eens niet in de school.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten