woensdag 20 april 2016

19 april


Volgens Eva Berghmans in De Standaard van 16 april heeft Whatsapp één miljard gebruikers, die elkaar per dag 45 miljard berichten sturen. Ik denk altijd: wie telt dat allemaal? En hoe komt het dat de cijfers altijd zo mooi rond zijn?

In dit geval geloof ik er eerlijk gezegd ook geen bal van. Vijfenveertig berichtjes per dag? Op zestien niet-slapende uren is dat bijna een om de twintig minuten, dag in dag uit. 

En één miljard gebruikers, terwijl er toch maar zo'n zeven miljard mensen zijn, boorlingen en baby's en kleuters en demente bejaarden inbegrepen? Als je ervan uit zou gaan, dat toch een deel van die één miljard zijn Whatsapp wel onder controle heeft, hoeveel berichtjes per dag stuurt dan de rest?

Overigens was Berghmans' stuk Zet een stoel bij voor de smartphone, over hoe vrienden dezer dagen met elkaar omgaan, best het lezen waard. Zo verneem je dat 'voor tachtig procent van de jongeren offline vriendschappen belangrijker zijn dan online'. Mogelijk vinden evenveel jongeren ook offline slapen belangrijker dan online, en naar de kapper gaan. Tachtig procent, geen negenenzeventig.

En ook: 'Als je je telefoon checkt terwijl je zelf aan het woord bent, is het minder erg dan wanneer de andere aan het woord is'. Dat geldt ook voor geeuwen of op je horloge kijken. Volgens mij kijken vijf miljard mensen elke dag honderd keer op hun horloge. Ik bedoel offline. Of online.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten