Volgens
Eva Berghmans in De Standaard van 16 april heeft Whatsapp
één miljard gebruikers, die elkaar per dag 45 miljard berichten
sturen. Ik denk altijd: wie telt dat allemaal? En hoe komt het dat de
cijfers altijd zo mooi rond zijn?
In
dit geval geloof ik er eerlijk gezegd ook geen bal van. Vijfenveertig
berichtjes per dag? Op zestien niet-slapende uren is dat bijna een om
de twintig minuten, dag in dag uit.
En één miljard gebruikers,
terwijl er toch maar zo'n zeven miljard mensen zijn, boorlingen en
baby's en kleuters en demente bejaarden inbegrepen? Als je ervan uit
zou gaan, dat toch een deel van die één miljard zijn Whatsapp wel
onder controle heeft, hoeveel berichtjes per dag stuurt dan de rest?
Overigens
was Berghmans' stuk Zet
een stoel bij voor de smartphone, over
hoe vrienden dezer dagen met elkaar omgaan, best het lezen waard.
Zo verneem je dat 'voor tachtig procent van de jongeren offline
vriendschappen belangrijker zijn dan online'. Mogelijk vinden
evenveel jongeren ook offline slapen belangrijker dan online, en naar
de kapper gaan. Tachtig procent, geen negenenzeventig.
En
ook: 'Als je je telefoon checkt terwijl je zelf aan het woord bent,
is het minder erg dan wanneer de andere aan het woord is'. Dat geldt
ook voor geeuwen of op je horloge kijken. Volgens mij kijken vijf
miljard mensen elke dag honderd keer op hun horloge. Ik bedoel
offline. Of online.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten