donderdag 9 juni 2016

9 juni


De laatste keer dat ik dicht bij Griekenland was, was in 1968. Ik reisde met mijn broer en een paar vrienden door Joegoslavië, met ons vijven in een Chevrolet Bel Air van 1956. Geen wonder dat men ons voor Amerikanen nam, ergens in het binnenland trachtte een vader ons zijn dochter mee te geven. We waren tot Skopje afgezakt, Thessaloniki was niet ver meer. Ik wilde er dolgraag heen, maar enkele van mijn meer verstandige reisgezellen merkten op, dat we ook nog terug naar huis moesten.

En nu dus weer, gisteren. We maken een uitstap naar Ancona, mijn gade en ik, en laten er de auto achter in een parkeergarage nabij de Piazza Kennedy. Je bent er op een steenworp van de haven. We lopen naar het water, botsen op een stel reusachtige ferryboten. MINOAN LINES staat erop, ANEK en ΕΛΛENIK ΣΠIΡIT. Griekse vrachtwagens rijden af en aan, auto's met en zonder caravans, kampeerauto's. En ik heb het weer. Ik heb het nog altijd. Als Griekenland zo dichtbij komt, dan wil ik daar meteen naar toe.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten