maandag 23 januari 2017

23 januari


Als me op een dag de drang bekruipt om mijn nieuwe Samsung televisie in mijn armen te sluiten en er een dansje mee te doen, dan is dat geen bedenkelijke afwijking van mij. Het is normaal gedrag. Meer, het is aanbevolen gedrag. Door de doos waarin mijn Samsung binnenkwam. Een gigantische doos, ruim driekwart gevuld met plastic zakjes met lucht. Onderin een tweede doos ter grootte van een bescheiden aktetas. Daarin, tussen twee forse kluiten piepschuim, een dun schermpje van zo'n 50 bij 30 cm. Pas als alles is uitgepakt, merk ik dat ik de pret vergeten heb. Een volgende keer pak ik het beter aan. Uit. 

Klik om te vergroten

donderdag 19 januari 2017

19 januari


Ik koop een kaartje en stap op de trein naar Antwerpen. Er is weinig volk. Ter hoogte van Beveren komt een jongeman op me af en stopt me een kaartje toe, waarop keurig in twee talen staat dat hij gevlucht is uit de armoede en onderdrukking in het land waar hij geboren is vers un meilleur avenir pour moi et mes enfants, en of ik met een centje kan helpen zijn kosten van huur, elektriciteit en verwarming te betalen. Je prierai pour que le bon Dieu vous récompense, staat er ook nog op, en God zegene en beware U. Die laatste woorden ken ik goed: mijn vader zei ze ooit elke avond toen ik naar bed ging, en een kruisje van hem op mijn voorhoofd kreeg. Ik geef de man twee euro, en vraag waar hij dan wel geboren is. 'Pakistan', zegt hij. Ik zeg dat hij niet voor mij hoeft te bidden.
Een paar minuten later, even voor Antwerpen Zuid, komt een jong meisje naar me toe. Ze is in tranen. We zijn bestolen, zegt ze. Onze rugzak, en onze computer. Nu moet ze nog thuis raken, maar er is geen geld meer. Dat zat dan vast in de rugzak. Het verhaal klinkt erg vertrouwd, maar de tranen trekken me over de streep. Ik geef het meisje twee euro.
Het vermogen van de rijkste 1% was in 2016 groter dan dat van de rest van de wereldbevolking, zegt Oxfam. Op de trein kom je die niet zo gauw tegen, die 1%. Al helemaal niet in tweede klasse. Dan moeten wij van de 99% elkaar maar een beetje helpen.

maandag 16 januari 2017

16 januari


1.
Even dacht ik vandaag het woord opzalmen te horen. Vanochtend, ik zat te luisteren naar Jan Hautekiet op Radio 1, het ging over de onderwijshervorming. Over het watervalsysteem, en toen zei iemand dat je niet per se altijd lager moest: je kon ook tegen de stroom in naar boven. Maar ik zal het gedroomd hebben. Ik zit wel meer nog half slapend aan het ontbijt. Minister Crevits heb ik wel goed gehoord. Zij sprak over opstromen. Dat is al beter, het begint een beetje op mensentaal te lijken. Onderwijshervormers zijn daar niet zo goed in. Als opzalmen toch bestaat, wat ik niet hoop, dan moet het willen zeggen: in een snel stromende bergrivier vallen en stroomopwaarts wegdrijven. Een meer dan twijfelachtig begrip, wel helemaal post-truth.

2.
Opzalmen bestaat. Ik vond één hit op Google. Veel priller kan een woord niet zijn. Ik hoop nu maar dat het snel weer in de altijd woelige wateren van de onderwijshervorming verzuipt.

zaterdag 7 januari 2017

4 januari


Ida is Duits. Ik jou ook, wil het zeggen. Het is een gepast en waarschijnlijk verwacht antwoord op de uitspraak Ich liebe dich. Ida is geen gewoon, maar sms-Duits. Mogelijk ook twitterduits, waarin elk letterteken er een te veel is.
Ik hoor de laatste tijd veel Duits. Misschien is het wel correct om te zeggen, dat ik in de paar dagen die het nieuwe jaar oud is, meer Duits gehoord heb dan in heel het voorbije jaar.
Dat komt door de televisie die hier staat. Anders dan bij mij thuis, bulkt die uit van de zenders, ook radiozenders, waaronder een hele rist Duitse. Een ervan zendt de hele tijd lekkere muziek uit en tussendoor luchtig lichtzinnig geklets. Daar heb ik, naast talloze andere dingen die ik alweer vergeten ben, geleerd wat ida is.
Wat ik ook veel hoor de laatste tijd, is het ruisen van de zee. Vandaag verheven tot stevig gebulder: de wind blies hard uit het noorden, het water kwam bij hoog tij haast tot tegen mijn raam, bij wijze van spreken.
Zo wil ik nog wel wat dobberen, als wrakhout op de eb en vloed tussen een pas vergeten jaar en een dat nog niet begonnen is. De tijd staat stil. Ik sta voor mijn raam en kijk naar de branding, of ik trek mijn jas aan en mijn muts en loop langs het water, zo dicht mogelijk, liefst erin. Tot ik weer eens te traag ben en een golf Noordzee stroomt mijn laarzen binnen. Het koude water klotst daar rond, maar mettertijd, heb ik geleerd, warmt het op en maakt mijn voeten warm.
Zo wil ik nog wel wat lopen. Zo'n jaar mag het van mij wel worden.

vrijdag 6 januari 2017

1 januari


De eerste vijftien minuten van het nieuwe jaar heb ik omhoog kijkend doorgebracht. Ik hield er een stijve nek van over, op mijn netvlies de afdruk van een paar honderd vuurpijlen in rood en groen en goud. Sommige sisten, de meeste knalden, enkele knisperden en knetterden als een droog houtvuurtje. Alleen, vaker per vijf of per tien, af en toe in een aanhoudend snelvuur van klappen en flitsen. Ik kan ze nu nog zien, als ik mijn ogen toeknijp. Hartverwarmend was het, al vroor het maar net niet en woei er een snijdend windje uit het binnenland. Links van me stond een jong stel trappist te drinken. Mogelijk uit de Franse Gemeenschap, uit het Waalse of anders het Brusselse Gewest, ze spraken Frans. Misschien waren ze gewoon ook uit Bray-Dunes afgezakt. Rechts een groepje schuimwijn drinkende mensen die Duits spraken. Zo kon ik me, op een bar koude winternacht aan zee, weer even in België voelen zoals het moet zijn: ingewikkeld, drietalig en plezant. Allez vooruit, gute Leute, bonne année.