Ik rij terug naar de
supermarkt met mijn bakje veldsla. Er is een slagboom voor het
parkeerterrein. Ik neem een kaartje, de slagboom gaat open, ik rij
binnen, parkeer. Ik loop naar een kassa. Ik laat aan een kassier mijn
bakje zien. Hij stelt met mij vast dat de veldsla rot is. Neem er
maar een ander, zegt hij. Mijn aankoopbonnetje hoeft hij niet te
zien. Ik loop naar de groentenafdeling, kies een nieuw bakje, loop naar
de kassa. Voor me staat iemand met een bomvolle kar, maar ik mag
voorgaan. Ik wil mijn parkeerkaartje laten scannen, maar dat is niet
nodig. Ik mag zo naar buiten, te voet, en dan met mijn auto voorbij
de slagboom, naar huis. Wat zijn ze aardig in de supermarkt. Wat zijn
ze vlot. Behulpzaam. Sportief. Je zou nog vergeten dat er rotte
veldsla in hun bakjes is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten