zondag 29 juli 2018

29 juli


Ik wil een cartoon tekenen, voorstellend een tafereel op de Camping Municipal van M. Ik teken een joekel van een caravan, met bovenop een buitenmaatse schotelantenne. Daar komt in een ballonnetje PIEWIEIEWIEIEWIEP! uit, want deze mensen zijn hun antenne aan 't richten. (Later op de avond zal hun thuislandtelevisie wijd en zijd te horen zijn, maar dat gaat niet op dit prentje.) Bij een van de hoeken zie je iemand gebukt staan met een soort boormachine. Ballonnetje: TAKTAKTAKTAKTAK!!, ze zijn de poten elektrisch neer aan 't laten. Net naast de caravan zie je een klein iglotentje, waar WWOEOEOEWOEWOEWWW!! uitkomt. Dat is het elektrisch pompje waar ze de luchtbedden mee opblazen. Uit een grote bak bovenop de caravan komt nog een tekstballonnetje: SHSSSHSSSHSSSSHHHSH!!: ze hebben de airco opgezet (het is warm). MOOI PLEKKIE HIER!!!, schreeuwt een voorbijganger boven het tumult uit. JA HOOR!!!, roept de caravanman terug. Maar ik kan niet zo best tekenen. Mijn gade zegt: Je vergeet de mover. Ja, zeg ik, maar die maakt maar heel weinig lawaai. En trouwens, we hebben zelf ook een mover. 

Klik om te vergroten

woensdag 25 juli 2018

25 juli


Ik bestel iets in mijn beste Frans. Ik zeg quatre-vingt-dix niet nonante. Ik let angstvallig op al mijn le's en mijn la's, mijn uns en mijn unes en mijn du's en de la's. Ik soigneer mijn nasalen en gutturalen, mijn palato-alveolairen en andere sibilanten, mijn e's en mijn é's en mijn è's. Als ik klaar ben, krijg ik het gevraagde, ik betaal, en de man of vrouw zegt: Thank you! Ze hebben natuurlijk al van ver aan mijn sandalen of de lengte van mijn short of mijn haar gezien dat ik van elders kom. Of zou het toch mijn accent zijn?

zaterdag 21 juli 2018

21 juli


Als niet mijn scooter in panne was geraakt, waardoor ik een depaneur moest laten komen, zodat ik, op hem wachtend, de tijd moest doden op een terras op de Place du Marché, waartoe ik een Magasin de Presse binnenliep om er de Libération te kopen, die helaas uitverkocht was (het was rond de middag), wat mij ertoe noopte dan maar Le Monde te kopen, die achteraf ook veel prettiger bleek om te lezen, dan had ik daar niet, op pagina vier, een stuk gevonden over de Spaanse justitie en de eeuwige Carles Puidgemont en zijn positions jusqu'auboutistes.

Toen was mijn dag weer goed, al betreur ik natuurlijk het - ik hoop kortstondig - gemis van mijn goeie Sym. Voor een prachtig woord als jusqu'auboutiste wil ik nog wel een paar straten te voet lopen. In het thuisland zitten ze ook, de immer onbuigzame gelijkhebbers die, als ze ooit toch gelijk zouden krijgen, wel heel snel iets anders vinden om weer onbuigzaam over te zijn. Ook nadat Brussel-Halle-Vilvoorde al lang gesplitst is. BHV? Gesplitst? Waar hebt u het over?

zondag 8 juli 2018

8 juli


Gezien, nabij Chambéry, de wereldbekerwedstrijd van België tegen Brazilië, aan de table belge, waaraan een mij verder onbekende Waal me had uitgenodigd. Hij trakteerde me prompt op een koffie. Eerder was een andere jonge Waal op zijn fiets mijn woonwagen voorbijgereden en, de nummerplaat ziende, had hij geroepen: Les Belges mènent un à zéro! Toen wist ik dat ik mijn voetbalaversie opzij moest zetten. De Waals-Vlaamse vriendschap is me dat waard. Toen laat in de wedstrijd Meunier een gele kaart kreeg, mengde de Franse cafébaas zich in het gesprek. C'était Debrune?, wou hij weten. Non, zei de Waal, c'était Meunier. Et puis, ce n'est pas De Brune, c'est De Bruyne. C'est un Wallon qui le dit, voegde hij er ten overvloede aan toe. Ik zal het maar toegeven: ik heb me wreed geamuseerd. Dat de Belgen wonnen was meegenomen, maar anders was ook oké. Het is maar een spelletje, en al die vlaggen blijven belachelijk.

donderdag 5 juli 2018

5 juli


Zowat exact tien jaar geleden ging ik op rust. Dat heb ik zopas passend gevierd, door mijn vouwstoel naar achter te zetten, in sluimerstand, en in de schaduw van een boom een XL middagdut te doen. Het was stil, ook al tsjirpten de krekels massaal en oorverdovend. Weinig dieren kunnen ze dat nadoen, samen zoveel lawaai maken zonder dat het op mijn zenuwen werkt. Eén mug is te veel. Eén hond. Dommelend in mijn stoel, half wakend half slapend, bedacht ik nog wat tien jaar van een leven betekenen. In de eerste tien jaar, bijvoorbeeld, heb ik leren lopen, praten, lezen en schrijven, ik was nog net geen tien en ik had in Brussel al de Spoetnik gezien in het Russisch paviljoen. Ik had al geleerd, vanop de eerste rij, dat er schoolmeesters waren die kinderen in de speeltijd naar binnen riepen om ze er herhaaldelijk en hard te slaan, en dat ze daar zichtbaar plezier in vonden. De laatste tien jaar heb ik niet veel meer bijgeleerd. Ik bedoel: de voorbije tien jaar. Dat is nu net het soort versprekingen dat een mens begint te maken. Maar dat is oké. Ik bedoel: ik ben op rust, vandaag onder een boom in Piemonte, en ik heb iets te vieren.