26 november
Wie
vindt dat leptoglossus occidentalis een rare naam is, heeft
nog niet van de bladpootrandwants gehoord. Van de familie der
coreidae of randwantsen. Mijn belangstelling voor de
bladpootrandwants is gewekt door de verschijning van het beest in
mijn huis, op onregelmatige maar redelijk frequente ogenblikken, op
klaarlichte dag of 's avonds in het licht van bijvoorbeeld mijn
bureaulamp. Ik heb al menige bladpootrandwants gevangen. Makkelijk
zat. Hij beweegt amper, tracht niet weg te lopen of op te vliegen,
kijkt alleen lijdzaam en ik neem aan vermoeid toe hoe ik een
bokaaltje over hem zet. Laatst heb ik wat foto's genomen, en dank zij
Joris van Natuurpunt Waasland weet ik nu wie ik in huis heb. In
Amerika, waar hij vandaan komt, noemen ze de bladpootrandwants de
western conifer seed bug of WCSB. Of nog, in de volksmond, de
stink bug. De stank is een verdedigingsmechanisme, maar de
bladpootrandwants kan ook lekker ruiken, naar banaan of appel of
dennenhars. Als je hem vriendelijk benadert, wat ik dan maar doe.
 |
Wikipediafoto |
 |
Mijn foto |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten