On a eu un très
beau mois de juillet,
hoor ik een man zeggen op de markt. Vandaag is 1 augustus. Hij moet
het over juli hebben voor ik hier arriveerde, op de vlucht voor de
canicule in
het binnenland. Het mooie weer wordt nu al een week gemaakt in
onvoorspelbare en vooral korte opklaringen, als de zon even door een
gat in het wolkendek breekt. Als het niet blijvend regent. Als de
buien op tijd stoppen. Als de wind even wil gaan liggen. Als de
ochtendmist optrekt. Als het kwik toch eens de twintig haalt. Pluie,
pluies éparses, averses, rares averses, brumeux, nuageux, très
nuageux, pluie orageuse, averses orageuses, risque d'orages, brume,
bancs de brouillard.
Dat zullen ze hier met un très beau juillet
bedoelen. En het is nog waar ook. De heuvels, de baaien, de rades
en de pointes,
de zee in Finistère: ze verdragen geen al te blauwe lucht. Ze komen
pas tot hun recht onder dikke grauwe wolken, met hier en daar, af en
toe, niet te lang, een priemende zonnestraal voor het effect. Als het
zo mooi niet was, ik was hier al weer weg.
-
Overdrijf je niet een beetje?
-
Ja, oké. Een beetje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten